Er gaan ook veel dingen goed in Nederland
Na de verkiezingen en rond de jaarwisseling klonken veel negatieve geluiden over de ontwikkelingen in Nederland. Onterecht, zegt Gerard Adelaar. Er zijn ook veel positieve dingen te melden, die worden onvoldoende benadrukt.
Na de verkiezingen van 22 november en rond de jaarwisseling viel het binnen de reformatorische gezindte weer meermalen te beluisteren of te lezen: „Ons land en volk zijn weer verder afgegleden en afgedwaald”, „Ons land verkeert in verwarring en verdeeldheid” (met name aan de hand van de verkiezingsuitslag) en „Balkenende heeft het er niet best van afgebracht met zijn debat over normen en waarden.”Vooral de eerste constateringen zijn niet geheel onterecht. Maar de ontwikkelingen zijn niet eenduidig negatief. Er zijn wel degelijk positieve ontwikkelingen -en daarmee punten voor het dankgebed- waar te nemen. Naar mijn mening wordt daaraan te weinig aandacht geschonken.
Niet zwakker
Op de verkiezingsuitslag is te veel negatief gereageerd. Als christenen mogen we blij zijn dat het CDA nauwelijks heeft verloren en dat het de grootste partij bleef. De CU verdubbelde haar zetelaantal en bij de SGP bleef dat gelijk. Met een andere christelijke partij dan de partij waartoe we onszelf rekenen, zijn we het waarschijnlijk niet helemaal eens. Maar het christelijke ’blok’ is niet in sterkte afgenomen. Er zijn veel slechtere verkiezingsuitslagen denkbaar.
Daarbij komt dat met de huidige politieke verhoudingen de kans groot is dat naast het CDA ook de CU zal gaan deelnemen aan het eerstvolgende (christelijk-sociale) kabinet.
Een SGP’er zal zich in zo’n kabinet niet volledig kunnen vinden, maar hij zal vast niet liever -bijvoorbeeld- een paarse regering zien. Mogelijk blijkt de CU in staat om op een of meer ethische gebieden de ontwikkelingen tot staan te brengen, of zelfs een ommekeer te bewerkstelligen. Verder moeten we blij zijn dat we waarschijnlijk weer een premier krijgen die zijn christen-zijn wil uitdragen.
Dankbaar
Het is daarnaast ten onrechte dat het door Balkenende aangezwengelde debat over normen en waarden aan de kant wordt gezet. Ik denk zelfs dat Nederland op dat gebied het afgelopen jaar niet verder is afgegleden. Er is inmiddels geen Nederlander meer die niet heeft nagedacht en met anderen heeft gesproken over respect, burgerzin en moraal.
Bovendien zou het wel eens zo kunnen zijn dat normen en waarden een grote rol hebben gespeeld voor burgers bij het maken van hun stemkeuze. Denk aan de positie van het CDA (normen en waarden), de verdubbeling van de CU (christelijk-sociaal), de bijna-verdrievoudiging van de SP (sociale gerechtigheid, beschaving) en de opkomst van de PVV (strenge straffen, tegen hufterigheid).
Bovenstaande geluiden heb ik naar mijn mening te weinig vernomen bij de terugblik op 2006 en bij de vooruitblik op 2007. Natuurlijk constateren we nog steeds bedroevende kwesties en ontwikkelingen in Nederland, maar daarop moet niet al te eenzijdig de nadruk worden gelegd. Er zijn nog zaken die tot dankbaarheid en hoop mogen stemmen in het nieuwe jaar.
De auteur studeert politicologie in Leiden.