Driessen wil opnieuw burgers en criminelen als infiltranten kunnen inzetten in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Deze omstreden opsporingsmethoden zijn in de tweede helft van de jaren negentig aan banden gelegd na een parlementaire enquête, onder leiding van wijlen Maarten van Traa. Rechercheurs mogen tegenwoordig alleen in uitzonderlijke gevallen gebruik maken van infiltranten, voornamelijk ter bestrijding van terrorisme.Kamerlid Teeven zei in een reactie dat het plan niet de voorkeur van de VVD geniet. Teeven meent dat politie en justitie de mogelijkheden van de huidige wetgeving nog niet optimaal benutten. „Dat moet eerst gebeuren, voordat we andere opties gaan bekijken”.

PvdA–Kamerlid Wolfsen denkt dat de politie over voldoende instrumenten beschikt om georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. „Het is ook nooit aangetoond dat infiltranten veel bijdragen aan de opsporing. Ik voel momenteel dan ook niet voor verruiming op dat vlak”.
Het CDA stelt burgerinfiltratie nooit helemaal te hebben uitgesloten. Kamerlid Van Haersma Buma wil echter eerst meer gedetailleerde informatie van Driessen voordat hij inhoudelijk op de oproep kan reageren.

De Amsterdamse korpschef Welten toont zich een tegenstander van herinvoering van de omstreden opsporingsmethode. „Van Traa was een wijze man. Ik adviseer nog eens terug te lezen waarom hij tot de conclusie kwam dat burgerinfiltratie niet aan te bevelen is. Verstandiger ware na te denken over het Italiaanse model van spijtoptanten, lieden met wie achteraf afspraken worden gemaakt over de strafmaat als ze getuigen tegen derden”, aldus Welten.
De top van het openbaar ministerie wilde dinsdag niet reageren. Ook de Raad van Hoofdcommissarissen onthield zich van commentaar.
.