„Eerst de mensen, daarna de spullen”
Met de benoeming van dr. ir. A. W. Veenman zal de NS-directie per 1 november weer compleet zijn. Volgens president-commissaris W. Meijer ontvangt het spoorwegbedrijf in Veenman „een echt aardige man” als directeur. Met het ’smeeroliegehalte’ van de nieuwe topman zit het wel snor, denkt ook Veenman zelf. „Bij mijn afwegingen keek ik eerst naar de mensen, pas daarna naar de spullen.”
Het moest er dinsdag aan het begin van de middag opeens uit: de NS heeft een nieuwe topman. De benoeming werd niet verwacht voor begin september, maar kwam bijna drie weken eerder. Pas eind juni had Veenman voor het eerst contact met de Nederlandse Spoorwegen over zijn nieuwe baan. Dat was nadat een eerdere kandidaat bedankte voor wat misschien wel de moeilijkste topfunctie binnen het Nederlandse bedrijfsleven is.
Adriaan Willem (Aad) Veenman (55) bleek favoriet boven twee of drie andere kandidaten met wie verkennende gesprekken plaatshadden. Hij volgt ir. K. J. Noordzij op, die per 1 juli vertrok na een interim-dienstverband van zes maanden. Noordzij verving drs. ir. J. Huisinga, die begin dit jaar vertrok, samen met de toenmalige raad van commissarissen.
Het embargo op het benoemingsnieuws moest dinsdag tot het laatste moment intact blijven. Dat had alles te maken met het feit dat Veenman zich pas gistermorgen definitief losmaakte van zijn baan als bestuursvoorzitter van het machinebouwconcern Stork. Net voor het bekend worden van zijn aantreden bij de NS stelde hij zijn voorzittersfunctie bij Stork beschikbaar, vanwege een verschil van inzicht met de raad van commissarissen over het te voeren beleid. Veenman trad bij de machinebouwer aan als bestuursvoorzitter in 1998, maar vervulde er al vanaf 1986 diverse andere functies.
Dat hij bij de NS de scepter gaat zwaaien, is een behoorlijke verrassing, want wat er ook allemaal op zijn indrukwekkende cv prijkt, ervaring met vervoer zit daar nauwelijks tussen. Zelf tilt hij daaraan niet te zwaar. „Mijn loopbaan begon ooit met het ontwerpen van treinen in Zwitserland”, vertelt hij, en nadien bemoeide hij zich bij Stork-dochter Werkspoor nog even met het onderhoud van spoormaterieel. „En al ben ik op dit moment geen dagelijks gebruiker van de trein, ik voel me net als veel Nederlanders ook een beetje eigenaar van ’onze’ NS.”
Veenman erkende dinsdag ruiterlijk dat het voor Stork en hemzelf beter is dat hij weggaat. „Deze nieuwe baan bij de NS versnelde mijn vertrek, maar ik kijk met een goed gevoel terug. De kritiek trek ik me niet aan.”
Als Stork-topman kreeg hij veel kritiek over zich heen. Beleggers en analisten waren van mening dat het bedrijf te ondoorzichtig was. Stork maakt onder andere slachtlijnen, luchtvaartonderdelen en textielprintmachines. Volgens de critici ligt in die breedte de zwakte, omdat naar hun mening elke samenhang ontbreekt. Veenman probeerde het bedrijf afgelopen jaren met saneren, reorganiseren en overnames te stroomlijnen, maar dat lukte niet. Een fusieplan met Internatio-Muller ketste twee jaar geleden af.
Nog recent nam de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) Veenman op de korrel. Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering wees de VEB erop dat er een zichtbaar verband is tussen het aantreden van Veenman en de forse waardevermindering van het aandeel Stork.
Tegelijkertijd heeft de nieuwe NS-topman ook het grootste Stork-succes op zijn naam staan. Eerder dit jaar sleepte de diplomatieke Veenman de order van de eeuw binnen met de Joint Strike Fighter, de opvolger van de huidige luchtmachtgevechtsjager F-16. De overeenkomst moet bijna 9 miljard euro aan orders opleveren, waarvan een aanzienlijk gedeelte naar de bouwer van machines en vliegtuigonderdelen gaat.
Dat Veenman de JSF-besprekingen tussen overheid en industrie tot een goed einde bracht, schrijft president-commissaris Meijer van de NS rechtstreeks toe aan de goede eigenschappen van de scheidende Stork-man. „Deze president-directeur kent de betekenis van goed luisteren en kan ook helder communiceren. Bovendien stelt hij zichzelf realistische doelen, hij weet heel goed waar hij naartoe wil. Die combinatie is een prima basis voor goed leiderschap”, aldus Meijer. „Hij heeft een ruime ervaring in het besturen van een complexe onderneming, zeker in roerige tijden.”
De staat van dienst van de in 1947 in Bleiswijk geboren tuinderszoon is veelzijdig en indrukwekkend. Via lts, uts (de latere mts) en hts bereikt hij de Technische Universiteit Delft. Na zijn promotie in 1984 wordt hij er deeltijdhoogleraar. Sinds 1977 werkt hij dan al in het bedrijfsleven, tot 1986 in diverse functies bij Esmil, het ingenieursbureau van Hoogovens. In 1986 treedt hij toe tot Stork, eerst als directeur van Stork Alpha Engineering. In 1990 wordt hij lid van de raad van bestuur van de Naardense onderneming. Als bestuurslid kocht hij onder meer de niet-failliete onderdelen van vliegtuigbouwer Fokker aan.
Uw voorgangers Den Besten en Huisinga werden versleten voor kille saneerders en technocraten, zonder gevoel voor het personeel. Noordzij keerde het tij vooral door zijn menselijk gezicht te tonen. Hoe zijn uw ’smeeroliekwaliteiten’?
„Het functioneren in relaties is heel belangrijk, zeker in een onderneming als de NS. Het is lastig om jezelf te beoordelen, maar ik ben iemand die zijn doel wil bereiken in teamverband en zeker niet via de weg van het conflict. Mensen zijn voor mij belangrijk. In mijn afwegingen van de afgelopen weken keek ik eerst naar de mensen van de NS, pas daarna naar de spullen.”