Noord-Korea weigert nucleaire inspecties
Noord-Korea heeft dinsdag een Amerikaanse eis dat de nucleaire installaties worden opengesteld voor internationale inspectie, afgewezen. Pyongyang waarschuwde dat het mogelijk het akkoord waaronder het zijn nucleaire programma stillegde, zal opzeggen.
In 1994 sloot Noord-Korea met de VS het zogeheten AF-akkoord, waarbij het ermee instemde zijn eigen kernprogramma op te schorten in ruil voor de bouw van twee lichtwater-kerncentrales (LWR). Die centrales zouden worden gebouwd en betaald door een door de Amerikanen geleid consortium KEDO. Het land stemde in met controles door het Internationaal Kernenergie Agentschap (IAEA).
Het project heeft echter grote vertraging opgelopen. De twee kernreactoren hadden in 2003 klaar moeten zijn. Maar dat wordt waarschijnlijk 2008. Het eerste beton voor een van de centrales, die gebouwd wordt in de stad Kumho, werd pas vorige week woensdag gestort.
De Amerikaanse afgezant voor Korea riep Noord-Korea daarbij op inspecties toe te staan en zich te houden aan het non-proliferatieverdrag. Maar Noord-Korea legt de schuld van de vertraging bij de VS. De vertraging heeft volgens Noord-Korea geleid „tot een groot tekort aan elektriciteit in Noord-Korea en grote moeilijkheden voor de economie in haar geheel.”
Pyongyang eist eerst schadevergoeding van Washington. Maar volgens KEDO en de Amerikanen is de vertraging te wijten aan een staking van Noord-Koreaanse werknemers die meer loon eisten en andere problemen veroorzaakt door de Noord-Koreaanse autoriteiten.
De moderne lichtwater-centrales produceren aanzienlijk minder plutonium, waarmee kernwapens kan worden gemaakt, dan de oude Noord-Koreaanse centrale die nog gebouwd is door de Sovjet-Unie. De Noord-Koreanen ontkennen nucleaire ambities te hebben, maar de Amerikaanse inlichtingendienst vermoedt dat het land mogelijk al genoeg plutonium heeft om een of twee kernbommen te maken.
Noord- en Zuid-Korea hebben zich dinsdag optimistisch uitgelaten over het resultaat van hun eerste besprekingen op ministersniveau in negen maanden. Onderhandelaars van beide Korea’s sloten een principeovereenkomst en kondigden voor vandaag een gezamenlijke verklaring aan. De onderhandelingen hadden onder meer betrekking op gezamenlijke economische projecten, zoals het doortrekken van spoorverbindingen, en een nieuwe ronde van gezinshereniging. De Zuid-Koreaanse minister van eenwording Jeong Se-hyun sprak van „een goed resultaat.”