Somalische islamisten verder in het nauw
MOGADISHU/ADDIS ABEBA (ANP) – De radicaalislamitische milities in het Oost/Afrikaanse Somalië zijn donderdag verder in het nauw gedrongen. Soldaten van de Somalische overgangsregering konden met steun van troepen uit het buurland Ethiopië de hoofdstad Mogadishu binnentrekken.
De islamistische milities die de stad een half jaar geleden in hun macht brachten, namen de wijk uit vrees voor omsingeling en bombardementen. Zij verklaarden onnodig bloedvergieten te willen voorkomen. De rebellen trokken zich terug in de richting van de Zuid-Ethiopische stad Kismayu.Meteen tijdens de aftocht van de extremistische moslims brak in Mogadishu chaos uit. Ooggetuigen meldden plunderende massa’s en schotenwisselingen.
De interim-regering, die in de provincieplaats Baidoa zetelt, kondigde voor de hoofdstad de uitzonderingstoestand af. Kort na de inname van Mogadishu vlogen regeringsleden per helikopter van Baidoa naar de hoofdstad.
De Ethiopische premier Meles Zenawi verdedigde het Ethiopische ingrijpen in Somalië, waar al vijftien jaar een burgeroorlog woedt. Hij beloofde stabilisatie en herstel van de veiligheid in het verdeelde land. Hij zei ook alles te doen wat mogelijk is om Mogadishu niet opnieuw in chaos te laten vervallen.
De regeringsleider sprak de verwachting uit dat de Ethiopische troepen zich „binnen enkele dagen of weken" terugtrekken. Volgens Zenawi kwamen de afgelopen dagen tussen de 2000 en 3000 militante strijders om het leven. Hij kondigde aan de vijanden desnoods op zee te achtervolgen wanneer zij over het water de wijk willen nemen.
Sinds Ethiopië zich zondag openlijk in het conflict mengde, werd de opmars van de islamisten gestopt en moesten zij zich geleidelijk terugtrekken uit het door hun veroverde gebied. De strijders zijn verbonden aan de door rijke zakenlieden opgerichte zogenoemde Hoge Raad van Islamitische Rechtbanken. Ze krijgen onder meer steun van strengislamitische staten en van het Ethiopische buurland Eritrea, de aartsvijand van Ethiopië.
Het halfchristelijke Ethiopië wil voorkomen dat zich in het buurland een radicaalislamitisch regime vestigt. De regering in Addis Abeba vreest ook dat het islamisme overslaat naar de Somalische minderheden in Ethiopië.
De kinderorganisatie Unicef van de Verenigde Naties waarschuwde voor de humanitaire situatie in Somalië. De organisatie riep de internationale gemeenschap op hulp te bieden. Volgens de hulpverleners is door het conflict een vierde van de Somalische kinderen ondervoed. In totaal zouden 1,8 miljoen mensen bijstand nodig hebben, onder wie 340.000 kinderen onder de vijf jaar.
De Veiligheidsraad van de VN kon het opnieuw niet eens worden over een verklaring over de strijd in Somalië. De vijf vetomachten voelden er niets voor het Ethiopische ingrijpen te veroordelen in een oproep tot een staakt-het-vuren. Volgens hen is bekend dat ook andere landen indirect bij het conflict zijn betrokken.