„Meer aandacht nodig voor filosofie”
APPELSCHA - „Reformatorische scholen moeten hoognodig meer aandacht aan filosofische vorming geven. We moeten veel meer leren om, net als Paulus, de christelijke boodschap in een voor iedereen verstaanbaar taalgebruik te communiceren.”
Dat zei prof. dr. G. H. van Kooten woensdag tijdens de eerste lezing op de winterconferentie van de CSFR. De landelijke christelijke studentenvereniging denkt deze dagen na over het thema ”Wet. Vrijheid door gebondenheid”.Dr. Van Kooten, hoogleraar Nieuwe Testament en vroege christendom aan de universiteit van Groningen, ging in zijn lezing in op de rol van de wet bij Paulus. Van Kooten stelde dat voor Paulus de Joodse wet passé is, omdat de scheiding die deze maakt tussen Joden en niet-Joden door de komst van Christus is opgeheven.
Volgens dr. Van Kooten is Paulus’ kritiek op de wet niet gericht tegen een Jodendom dat door goede werken zalig wilde worden. „Het zestiende-eeuwse conflict met de Rooms-Katholieke Kerk is vaak teruggeprojecteerd op de eerste eeuw, maar een dergelijk ”werkheilig” Jodendom heeft nooit bestaan. Gods verkiezing en genade stonden altijd centraal in het Jodendom. Denk aan de offerdienst van de verzoening. De menselijke gehoorzaamheid is in het Jodendom én bij Paulus het antwoord op Gods verbondssluiting.”
Waar Paulus zich, naar de mening van de Groningse hoogleraar, tegen verzet, is het obstakel dat de wet vormt in het contact met de andere volken. Zij mogen na de komst van Christus ook deel van Gods verbond uitmaken. „De wet bezegelde het verbond van God met Zijn volk, maar hield tegelijk Israël apart van de andere volken. Paulus’ bezwaar tegen de werken van de Joodse wet is dat zij een scheiding maken die Christus opgeheven heeft.”
Het vroege christendom ziet Van Kooten als een beweging waarin het onderscheid tussen Jood en Griek, rijk en arm, man en vrouw, wegvalt. Van Kooten: „De wet is een medicijn dat lang goed gewerkt heeft, maar dat Paulus vanwege de ernstige bijwerkingen niet langer kan voorschrijven.”
Paulus leert volgens de nieuwtestamenticus echter geen wetteloosheid. „Als christenen zijn wij niet meer onder de Joodse wet, maar wel onder het geloof, dat door de liefde werkt. We hebben de vrijheid niet gekregen om haar voor het vlees te gebruiken. De kern van de Joodse wet blijft los van haar etnische vorm bestaan: heb uw naaste lief als uzelf.”
Deze nieuwe wet is volgens Van Kooten niet vrijblijvend. „Hoe belangrijk het ”sola gratia” bij Paulus ook is, hij zegt tegelijk dat wij het oordeel zullen ontvangen naar onze werken. Wie in Christus zijn, zullen op de wet van Christus worden afgerekend.”
Prof. Van Kooten wil met zijn visie, die aansluit bij de zogenaamde ”nieuwe Paulusinterpretatie”, de klassieke uitleg corrigeren die Paulus vanuit de sterke tegenstelling tussen Wet en Evangelie wil verstaan.
In de discussie betrok Van Kooten het bezwaar van Paulus tegen de Joodse wet op de gereformeerde gezindte. „Het is waar dat een isolerende omgeving bepaalde waarden tegen uitholling kan beschermen. Tegelijk moeten we het christelijke leven zien in universeel licht: het heil is voor alle volken. Daarom komt Paulus op voor toegankelijkheid. Wij hebben als christenen de opdracht om begrijpelijk te zijn. Paulus is erg kritisch op tongentaal. Hebben wij met onze reformatorische taal niet ook een soort tongentaal geschapen? Welke Bijbelvertaling kiezen we bijvoorbeeld?”
Christenen moeten zich volgens Van Kooten veel meer verdiepen in de seculiere filosofie, vooral op de middelbare school. „We moeten veel meer leren om met filosofische argumenten voor onze positie uit te komen en te communiceren in algemeen verstaanbare taal. Daar is niets mis mee en tot een bepaalde hoogte is het goed mogelijk. Paulus citeerde met een gerust hart Griekse filosofen.”
Ook moeten we volgens de Groningse hoogleraar openstaan voor de diepe inzichten van niet-christenen. „Die kunnen er zijn, omdat er maar één werkelijkheid is, geschapen door de ene God. Mensen die de wet niet kennen, blijken de wet wel te kunnen doen.”
Met het thema ”wet” wil de CSFR zich bezinnen op „het waarderelativisme van deze tijd” en de ontkenning in de maatschappij van vaststaande normen en waarden. Op de Bijbels-theologische lezing van prof. Van Kooten volgen deze week een lezing over wet en natuurrecht en een forumdiscussie over de maatschappelijke relevantie van het thema. De CSFR-winterconferentie duurt tot en met vrijdag.