Het Evangelie in het boek Daniël
Titel:
”De profeet Daniël. Bijbelverklaring”
Auteur: Gert A. van de Weerd
Uitgeverij: PMI Ede/Veenendaal, 2001;
ISBN 90 806409 2 1 en 90 806409 3 X
Pagina’s: 917
Prijs: deel 1 € 35,00, deel 2 € 38,50. Wie kent niet de verhalen uit het boek Daniël? Onze kinderen luisteren er met open mond naar. Maar dan zijn vier visioenen. Ze behoren tot de moeilijkste stukken in het Oude Testament. Het eerste gezicht, over de komst van de Zoon des mensen, is nog wel te begrijpen. Maar vanaf het tweede gezicht raken we het spoor al gauw bijster. Dat maakt ons nieuwsgierig naar de verklaring die Gert A. van de Weerd van dit bijbelboek geeft.
Gert van de Weerd is in het dagelijks leven directeur van Johannus Orgelbouw in Ede. Daarnaast is hij echter hevig geïnteresseerd geraakt in de bijbelse profetieën. Hij schreef al twee forse boeken, over de profeten Zacharia en Micha. Zijn commentaar op het boek Daniël telt maar liefst 900 bladzijden, verdeeld over twee banden. Een prestatie die op zichzelf al respect afdwingt. Zeker voor iemand die geen theoloog is en geen kennis heeft van de grondtalen.
De verklaringen over het boek Daniël zijn te verdelen in drie categorieën. De meest gangbare is de kritische: het boek dateert niet uit zesde, maar de tweede eeuw voor Christus. Daniël is niet de schrijver, maar een pseudoniem. Van de gebeurtenissen uit vroeger tijd is hij slecht op de hoogte. Allerlei namen haalt hij door elkaar. Zijn informatie wordt pas betrouwbaar als het over de laatste honderd jaar gaat. Maar die vertelt hij in de vorm van een profetie. Ook bij orthodoxe wetenschappers komen we deze opvatting tegen.
De tweede categorie ziet Daniël als een historische figuur. Zijn vier gezichten worden opgevat als echte profetieën. Deze -traditionele- visie ligt het meest voor de hand, om de eenvoudige reden dat het boek zich zo laat lezen. De Heere Jezus spreekt dan ook over „Daniël, de profeet.”
Dispensationalisme
Bij Gert van de Weerd treffen we de derde categorie aan. Hij is een aanhanger van het dispensationalisme. In dat begrip zit het Engelse woord ”dispensation”, dat het beste kan worden vertaald met ”bedeling”.
Het dispensationalisme verdeelt de wereldgeschiedenis in zeven tijdperken. Het zesde is de bedeling van de genade. Die is begonnen op de pinksterdag en zal eindigen met de opname van de gemeente. Het zevende tijdperk is de bedeling van het koninkrijk van Christus. Die zal beginnen met de wederkomst van Christus en doorgaan tot op het laatste oordeel.
Volgens het dispensationalisme zitten wij nu dus in de zesde bedeling. Het wachten is op de opname van de gemeente. Aanhangers lezen dit in 1 Thessalonicensen 4. Voordat met de zevende bedeling het koninkrijk van Christus op aarde daadwerkelijk begint, wordt de gemeente geëvacueerd naar de hemel. Het dispensationalisme vinden we bij de darbisten en is in ons land bekend geworden door het boek ”Profetisch perspectief” van C. van der Haagen, uitgegeven door Het Zoeklicht.
Het tekstenmateriaal van de vier visioenen van Daniël biedt veel mogelijkheden om in het schema van het dispensationalisme te worden ingepast. Dat wordt echt puzzelen.
Ik bedoel dat niet in denigrerende zin. Van de Weerd heeft een oprecht verlangen te buigen onder het profetisch getuigenis van het Woord van God.
Verbanden
Waarom dan toch dit meningsverschil? Zeker, we moeten Schrift met Schrift vergelijken. De vraag is alleen: hoe? Die vraag stellen is haar meteen ook beantwoorden. Met ”Schrift” kan niet alleen worden bedoeld een schriftplááts, een enkele tekst dus, maar ook de Schrift als gehéél, de ”ganse Heilige Schrift”, de Schrift in al haar verbanden. Er zit lijn in de canon van de Heilige Schrift.
Ook het boek Daniël in de ons overgeleverde vorm vertoont een heldere structuur. De geschiedenissen en gezichten hangen met elkaar samen. Centraal thema is de confrontatie van de koninkrijken van deze wereld met het koninkrijk van God.
Evenals in het boek Openbaring gaat het in de visoenen niet om elkaar opvolgende perioden, maar om dezelfde tijd: de eindtijd. Telkens echter vanuit een andere gezichtshoek: de komst van de Zoon des mensen, de godslastering door de antichrist, de laatste week en de strijd om de openbare eredienst.
In de vier gezichten zit ook een duidelijke overlap. Dat komt doordat alle aandacht is gericht op het vierde rijk. Dit vertoont steeds duidelijker de trekken van de antichrist, in zijn verzet tegen het Koninkrijk van God.
Volharding
Daniël is de profeet van de theocratie: de Heere regeert. De verkondiging van het boek Daniël is -als ik het goed zie- niet toegespitst op de invulling van Gods programma voor de eindtijd, maar op de volharding van het volk van God in die dagen. Nu zijn dat ook onze dagen. Het volk dat Zijn God kent, zal sterk zijn en daden doen.
De Heere Jezus neemt het boek Daniël als uitgangspunt voor de verkondiging, dat is de proclamatie van het Koninkrijk Gods. Het is er in Hem en door Hem. Om Zijn kruisdood en opstanding. En straks definitief. Want Hij is de Zoon des mensen.
Het slot van Matthéüs knoopt dan ook aan bij het slot van Daniël. Hoe lang moeten wij nog wachten op de wederkomst des Heeren: 1260, 1290 of 1335 dagen? De Heere Jezus, als de opgestane Heiland, zegt: „Ziet, Ik ben met u ál de dagen, tot de voleinding der wereld. Want: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.” Dat is Daniël 7!
Daarom: „Gaat heen, onderwijst al de volken…” Wat moet de wereld dan leren? De Heere regeert. Dat is het Evangelie in Daniël.