Meer dan geld alleen
DEN HAAG - Het CDA legde de afgelopen jaren de nadruk op economische hervormingen. Tijd voor een studie over de mens zelf, dacht het Wetenschappelijk Instituut. De christendemocratische mens is opvallend christelijk en zondig.
De verkiezingsuitslag heeft een duidelijke boodschap, zo beweerden de linkse fractieleiders Bos, Marijnissen en Halsema nog op de avond van 22 november: „De menselijke maat moet terug!” De kiezer heeft gesproken, en hij wil een socialer en menselijker in Nederland. Aldus de fractievoorzitters van PvdA, SP en GroenLinks.Het CDA pleit nu, daags voor Kerst, ook voor de menselijke maat. Gisteren publiceerde het Wetenschappelijk Instituut de studie ”Mens waar ben je?”.
De auteur, dr. T. O. F. van Prooijen, theoloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, doet een poging de christendemocratische visie op de mens opnieuw te doordenken. Uiteindelijk wil hij -en met hem het CDA- de maatschappelijke instituties hervormen naar die menselijke maat. „Dat is de nieuwe sociale kwestie”, aldus Van Prooijen.
Het slechte nieuws: zingeving en levensbeschouwing worden meer en meer verbannen uit het publieke domein. „Sinds de ideologische jaren zeventig zijn we er gaandeweg aan gewend geraakt levensbeschouwelijke mensvisies achter de coulissen te schuiven. Ze leken op den duur niet echt meer nodig. Overtollige attributen op het politieke toneel. Tegeltjeswijsheden uit een theatraal verleden.” Nog steeds dreigt, net als onder paars, een louter instrumentele en procedurele politiek.
Het goede nieuws: voor de christendemocratische mens zijn „levensbeschouwelijke inzichten van wezenlijk belang.” En daarmee moraal en verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar. Met een regering met CDA en ChristenUnie in het vooruitzicht is dat een geruststellende gedachte.
Het rapport is, opmerkelijk, doordrenkt met Bijbelse en religieuze bewoordingen. „De diepe wortels van de mensenrechten zijn nergens anders geworteld dan in de Bijbelse traditie.” En „de mens is beeld van God.”
Van Prooijen schetst vier kenmerken van het christendemocratische mensbeeld. Mensen zijn allereerst geroepen wezens, ze hebben een verantwoordelijkheid. Bovendien zijn mensen relationeel of sociaal van aard; juist daarom spelen waarden en normen zo’n belangrijke rol. In de derde plaats hoort het realiseren van solidariteit en rechtvaardigheid wezenlijk bij de mens, aldus de theoloog. En ten slotte is de menselijke waardigheid een „kwetsbare” aangelegenheid. Van Prooijen spreekt zelfs van de menselijke neiging tot zonde.
Opvallend voor een CDA-rapport? Dr. A. Klink, directeur van het Wetenschappelijk Instituut, vindt het wel meevallen. „Het kwaad is nu eenmaal realiteit.”
Het is wel zo dat zulke noties de afgelopen jaren naar de achtergrond zijn verdwenen, erkent Klink. Een van de laatste studies met serieuze aandacht voor de mensvisie is een boek van hemzelf, ”Publieke gerechtigheid” uit 1990. Sinds die tijd bleef het betrekkelijk stil. Klink: „De laatste zes jaar hebben we vooral politiek actuele rapporten geschreven. Dat was nodig om het CDA weer op de kaart te zetten.” Nu is het weer tijd voor een verdiepende studie over het christendemocratische mensbeeld, aldus de CDA’er.
Van Prooijen kan hem daarin alleen maar bijvallen. Het is voor de politiek van groot belang om de „levensbeschouwelijke zinperspectieven te verbinden met onze sociale en economische werkelijkheid.” Want daar schort het volgens de theoloog nog wel eens aan.