Dat stelde minister Hirsch Ballin (Justitie) vrijdag in antwoord op schriftelijke vragen van fractievoorzitter Wilders van de Partij voor de Vrijheid. Het is volgens de bewindsman uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of een wilsbeschikking de fundamentele grondslagen van de rechtsstaat schendt, zoals de gelijkheid van man en vrouw.Maar Hirsch Ballin wijst er al wel op dat een testament nietig is als de inhoud ervan in strijd is met de goede zeden of de openbare orde. In dat kader moeten de mogelijke ’sharia–testamenten’ in ons land volgens hem worden beoordeeld, ook als een achtergestelde dochter naar de rechter stapt om de geldigheid van zo’n wilsbeschikking te betwisten.

Iemand die een testament opstelt, heeft in principe de vrijheid om te kiezen wie er van hem erft en hoeveel dat zal zijn. Het is echter „onwenselijk” als dochters stelselmatig slechts de helft zouden krijgen van wat zoons ontvangen, aldus Hirsch Ballin. Hij weet niet hoe vaak dat gebeurt. Een erfrechtelijke bevoordeling van een zoon kan overigens gepaard gaan met bevoordeling van een dochter via bijvoorbeeld schenkingen ter gelegenheid van een huwelijk.