Het middel mag alleen voorgeschreven worden in speciaal door het ministerie van Volksgezondheid goedgekeurde klinieken. Dat heeft professor Jan van Ree vrijdag bekendgemaakt. Van Ree is voorzitter van de commissie CCBH die de heroïne–experimenten in Nederland begeleidt. In de praktijk komt het er op neer dat de heroïne die nu bij die experimenten wordt gebruikt, formeel als geneesmiddel is geregistreerd. Het heet Diacetylmorfine en is een poeder dat alleen onder toezicht mag worden geïnhaleerd of geïnjecteerd.De registratiehouder is de firma Di–AcetylM BV die deze heroïneproducten nu ook al als enige mag leveren voor de heroïne–experimenten. De firma mag niet met de geregistreerde heroïne naar het buitenland. Dat heeft het ministerie van Volksgezondheid contractueel vastgelegd bij het ter beschikking stellen van de onderzoeksgegevens die voor de registratie nodig waren.

Op dit moment worden in Nederland 350 mensen behandeld met methadon en heroïne. In de loop van volgend jaar zal dat oplopen tot ongeveer 600 tot 700, omdat meer gemeenten meedoen aan het heroïne–experiment. Van Ree verwacht niet dat daarna een sterke toename zal ontstaan van het aantal te behandelen patiënten.

Ook de financiering van de heroïne zal volgens hem niet veranderen, het blijft een gesubsidieerd project van de overheid. De registratie maakt het wel mogelijk om de heroïneverstrekking voort te zetten zonder daar telkens een wetenschappelijk onderzoek aan te koppelen om aan de internationale verdragen te voldoen, zoals dat nu het geval is. Wel moet de opiumwet op een aantal punten worden aangepast, aldus een woordvoerder van het ministerie.