Met de vraag naar goederenvervoer lijkt het de komende jaren wel goed te zitten, bleek donderdag tijdens het door Bureau Voorlichting Binnenvaart georganiseerde congres ”Verder kijken dan je schip lang is” in de Doelen in Rotterdam.Volgens Kees de Vries, secretaris van het Bureau en tevens directeur van Koninklijke Schuttevaer, zal verplaatsing van productie naar lagelonenlanden de wereldhandel en daarmee het transport een forse impuls geven.

Verdrievoudiging van de mondiale goederenstromen behoort tot de mogelijkheden. „Globalisering maakt de wereld kleiner. Het maakt niet meer uit waar ter wereld we producten maken. Voor een halve eurocent aan transportkosten halen we een pakje Keniaanse bosuitjes naar de Nederlandse kust en voor 5 eurocent een paar schoenen uit China.”

Met een haven die geschikt is voor het ontvangen van grote zeeschepen en de mogelijkheid om via de Rijn tot ver in het Europese achterland te komen, moet Nederland daarvan kunnen profiteren, meent De Vries, die tevens pleitte voor een CO(in2(-milieubonus om grote bedrijven die overstappen van het wegvervoer op de binnenvaart, te belonen. „Wij stoten per ton per kilometer zes keer minder broeikasgas uit.”

In opdracht van het Bureau Voorlichting Binnenvaart schetsten de tweelingbroers Rudolf en Robbert Das een beeld van de binnenvaart in 2035. Volgens de bekende futurologen kan de verwachte grote aanvoer van goederen alleen door de binnenvaart worden doorgevoerd wanneer traditionele systemen overboord gaan.

Volautomatische systemen zijn haalbaar via zogeheten insteekdokken, stellen de broers. Door verlaging van het waterpeil liggen de schepen hierin muurvast tijdens laden en lossen. „Wie durft te investeren wordt zeker beloond met forse ladinggroei.”

In tegenstelling tot de huidige trend waarin alles groter en efficiënter lijkt te moeten, bestaat er volgens de broers nog wel degelijk toekomst voor het kleinere binnenvaartschip, dat nu langzaam uit de binnenwateren lijkt te verdwijnen. „Door toenemende congestie op autowegen zal zelfs het vervoer van goederen over korte afstanden steeds vaker over water gaan.” Kleinere schepen komen daar om de hoek kijken.

Schepen zullen in de komende drie decennia grote veranderingen ondergaan, denken de broers. „Woning en stuurhut komen voorop te staan en het hele vaartuig weegt door de toepassing van lichte kunststoffen ruim 30 procent minder. De aandrijving verloopt geheel elektrisch of hydraulisch.”

Arbotechnisch heeft de schipper van de toekomst ook geen reden tot klagen: de futurologen voorzien hypermoderne schippersstoelen met massagekussens en verstelbare voetsteunen. De besturing is in de stoel verwerkt in een joystick. „Net als nu het geval is in de luchtvaart, is de toekomstige stuurman vooral een hoogopgeleide controller.”

De Vries riep tijdens zijn bijdrage aan het congres vooral op tot bezinning rond het congresthema. Doordat bijna 90 procent van de ondernemers in de binnenvaartsector maar één boot bezit, is het volgens hem individualisme dat de klok slaat. „We zijn te veel bezig met ons eigen schip en ons eigen gezin.”

Hij benadrukte dat het de binnenvaart voor de wind gaat, maar dat het juist in perioden van voorspoed zaak is om vooruit te kijken. „We hebben al weer acht vette jaren op rij achter de rug, we bevaren de modernste vloot ter wereld en iedere week komen er vier nieuwe schepen bij. Eigenlijk is het een klein wonder dat er kennelijk voor al die schepen voldoende lading is en dat tegen redelijk goede vrachtprijzen. Dat was wel eens anders.”

De secretaris van Bureau Voorlichting Binnenvaart riep de binnenvaartondernemers op tot een inniger samenwerking en het aangaan van strategische allianties, bijvoorbeeld in de vorm het opzetten van een eigen overslagterminal op de Tweede Maasvlakte, die nu in aanbouw is. „Daarmee kunnen we de wachttijden voor de containervaart aanzienlijk beperken. Waarom varen we nu 24 uur rondjes om te laden en te lossen, als het ook binnen 6 uur kan? We zullen dit soort zaken zelf moeten organiseren. Niemand zal ons helpen.”