Tsjechië als spookbeeld voor Nederland
PRAAG - De formatie van een nieuw Nederlands kabinet mag naar verluidt dan een lastige klus worden, erger dan in Tsjechië kan het bijna niet. Al meer dan een halfjaar wacht het land op een regering.
Bij de parlementsverkiezingen van 2 en 3 juni boekte de Democratische Burgerpartij (ODS) van Mirek Topolanek een historische overwinning. De liberalen behaalden de meeste stemmen ooit in het postcommunistische Tsjechië en versloegen daarmee de regerende sociaaldemocratische CSSD van premier Jiri Paroubek.Voor de ODS, die uitkwam op 81 van de 200 parlementszetels, was de vreugde van korte duur. Samen met de twee potentiële regeringspartners -de christendemocratische KDU/CSL (13 zetels) en de groenen (SZ, 6 zetels)- kwam de coalitie in spe niet verder dan 100 zetels. De overige 100 afgevaardigden kwamen voor rekening van het linkse kamp: 74 zetels voor de CSSD en 26 voor de communisten van de KSCM. Een volmaakte patstelling.
Aangezien de communistische partij in Tsjechië voor de overige partijen nog altijd besmet is, was er op papier slechts een meerderheidskabinet mogelijk: een ”grote coalitie” tussen ODS en CSSD. Probleem was dat beide partijen die mogelijkheid al voor de stembusgang hadden uitgesloten. Gelet op het moddergooien tijdens de campagne -waarbij Paroubek werd beschuldigd van het onderhouden van banden met de maffia en zelfs van misbruik van een minderjarige- lag het niet voor de hand dat dat standpunt snel zou wijzigen.
Vandaar dat Topolanek aan de slag ging met de formatie van de driepartijencoalitie, hopend op gedoogsteun of een dissident van links. Binnen een maand lag er een nieuw regeerakkoord, maar instemming van het Huis van Afgevaardigden bleef uit. Een maand en zes stemrondes verder zat Tsjechië nog altijd zonder regering en -daarmee samenhangend- parlementsvoorzitter.
Nog voordat de nieuwe regering aan de slag kon, viel de driepartijencoalitie uiteen. Met instemming van president Vaclav Klaus -die voor zijn herverkiezing in 2008 afhankelijk is van de steun van links- ging Paroubek vervolgens toch aan tafel met de ODS om te komen tot een grote coalitie. Die gesprekken liepen vast, waarna Paroubek -zonder mandaat van Klaus- aanschoof bij de christendemocraten. Een minderheidsregering van CSSD-KDU/CSL zou de gedoogsteun moeten krijgen van de communisten. Die onderhandelingen liepen echter spaak, omdat de partijbasis van de KDU/CSL de leiding terugfloot.
Half augustus slaagde het parlement erin een nieuwe voorzitter aan te wijzen, wat het einde betekende van het demissionaire kabinet-Paroubek. Topolanek kondigde aan een minderheidsregering te vormen met gedoogsteun van alle partijen, uitgezonderd de KSCM.
Begin september kreeg de nieuwe regering het fiat van Klaus. Echter niet van het parlement een maand later. De bewindslieden konden hun biezen pakken en Topolanek kon zich met de lopende zaken gaan bezighouden.
Begin vorige maand kreeg de demissionaire premier opnieuw de opdracht een regering te vormen. Topolanek begon daarop met de moed der wanhoop nieuwe gesprekken met Paroubek. Het zal geen verbazing wekken dat die vorige week eveneens stukliepen.
Topolanek heeft zich nu ten doel gesteld de driepartijencoalitie ODS-KDU/CSL-groenen opnieuw leven in te blazen. Hij verwacht zijn nieuwe regering half januari aan het Huis van Afgevaardigden te kunnen presenteren. Of de coalitie dan wel op een meerderheid kan rekenen, is de grote vraag.
De hoop is gevestigd op twee CSSD-parlementariërs die de fractie inmiddels hebben verlaten. Blijft de steun uit, dan gaat de klucht gewoon door totdat het parlement het eens wordt over het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. President Klaus mag dit volgens de grondwet pas doen als drie premiers in het parlement onderuit zijn gegaan.
Intussen is de politieke soap koren op de molen van commentatoren. Een van hen suggereerde onlangs in een zwartgallige bui om Tsjechië -zolang het niet kon omgaan met de democratie- maar terug te geven aan de erfgenamen van het Habsburgse Rijk, waarvan het tot 1918 deel uitmaakte. Wordt vervolgd.