Saparmurad Nijazov (1940-2006)
ASJCHABAD - De Turkmeense alleenheerser Saparmurad Nijazov hoort thuis in het rijtje van de kleurrijkste dictators van de moderne tijd. Met een reeks van bizarre decreten heeft hij een onuitwisbaar stempel gedrukt op het leven van alledag in de Centraal-Aziatische aardgasstaat, waar onder meer op Nijazovs initiatief elke zomer de Meloendag wordt gevierd.
De persoonlijkheidscultus rond Turkmenbashi, Vader aller Turkmenen, is vrijwel net zo absurd als in Noord-Korea. In het hele land werd hij vereerd met grote portretten en standbeelden. In de hoofdstad Asjchabad staat een reusachtig verguld beeld van hem dat zo ronddraait, dat zijn gezicht altijd op de zon is gericht. Ook zijn tal van plaatsen vernoemd naar Turkmenbashi, of zijn familieleden, evenals een maand van het jaar.Nijazov werd geboren in Asjchabad op 19 februari 1940. Hij kende een tragische jeugd. Zijn vader sneuvelde tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het jaar waarin hijzelf ter wereld kwam. Zijn moeder en broer kwamen om door een verwoestende aardbeving die in 1948 Asjchabad met de grond gelijk maakte en aan 100.000 Turkmenen het leven kostte.
De Sovjetautoriteiten ontfermden zich over de wees Nijazov. Omdat hij geen familie of clan meer had, ondermijnde niets meer zijn trouw aan het communisme. Hij studeerde in Sint-Petersburg en begon zijn politieke loopbaan in 1959 als vakbondsleider. Hij werd in 1962 lid van de Communistische Partij en klom daarna gestaag op in de communistische hiërarchie.
De toenmalige Sovjetleider Michail Gorbatsjov benoemde hem in 1985 tot partijleider in Turkmenistan. Die post behield hij tot de val de Sovjet-Unie in 1991. Nijazov verzette zich aanvankelijk tegen onafhankelijkheid voor Turkmenistan. Maar toen de bevolking zich in oktober 1991 uitsprak voor een eigen staat, werd hij president.
Een nieuwe grondwet gaf hem in 1992 vrijwel absolute macht. Twee jaar later werd hij met 99 procent van de stemmen herkozen en in 1999 liet hij zich benoemen tot president voor het leven.
Nijazov begon steeds excentriekere trekjes te vertonen. Hij dichtte zichzelf grenzeloze spirituele en literaire kwaliteiten toe en spreidde die ten toon in zijn lijvige boek ”Ruchnama”, het Boek van de Ziel. Daarin herschreef Nijazov de geschiedenis van de wereld en gaf hij het Turkmeense volk daarin de centrale plaats die het verdiende.
Iedere Turkmeen wordt geacht dit ’magnum opus’ van Turkmenbashi te kennen. Het boek stond volgens Nijazov gelijk aan de Bijbel en de Koran. De moefti die het bestond te zeggen dat de teksten in de Ruchnama niet geschikt zijn voor in de moskee, verdween achter de tralies, net als andere critici van Nijazovs regime.
Daarnaast heeft Turkmenbashi vijf dichtbundels op zijn naam staan, stuk voor stuk goddelijk geïnspireerde werken, vond hijzelf. Hij droeg er graag uit voor, bijvoorbeeld als hij een minister of andere hoogwaardigheidsbekleder met veel bombarie de laan uitstuurde. Dat gebeurde vaak, want Nijazov liet graag zien dat hij alleen de touwtjes in handen had.
Van een noemenswaardige oppositie was dan ook geen sprake in Turkmenistan. Nijazov hield zijn volk te vriend door rijkelijk te strooien met gratis water, gas en elektriciteit en met subsidies op woningen, brood en openbaar vervoer.
De opbrengsten van de grote gasreserves die het land rijk is, speelden hem daarbij in de kaart. Wie toch verzet bood, liep het risico zonder enige vorm van proces voor lange tijd in de gevangenis te belanden.
Zo kon Nijazov door de jaren heen zijn onderdanen opzadelen met een waslijst aan absurde presidentiële besluiten. Zo moesten alle schoolmeisjes verplicht een bontmutsje dragen omdat Turkmenbashi dat zo schattig vond staan. Om de Turkmeense cultuur te zuiveren van kwalijke westerse en Russische invloeden, heeft Nijazov opera en ballet in de ban gedaan.
Ook playbacken is verboden, want dat verpest de rijke zangcultuur in het land. Die zal zonder Nijazov zwaar op proef worden gesteld.