Dat zei J. Frijns woensdag. Hij staat aan het hoofd van een commissie die de uitvoering van de code-Tabaksblat voor behoorlijk bestuur controleert.„Goed beloningsbeleid staat in dienst van de onderneming en stimuleert goede prestaties. Bedrijven maken die relatie onvoldoende transparant”, aldus Frijns, voorheen de vermogensbeheerder van pensioenfonds ABP.

Diverse grote concerns met een notering aan de effectenbeurs in Amsterdam schieten op dit punt tekort. „Zij munten uit in buitengewoon complexe paragrafen over het beloningsbeleid.” Daarnaast zijn ook de jaarverslagen van veel kleinere bedrijven met een beursnotering niet op orde waar het over beloning gaat.

Om de discussie over beloning aan de top opnieuw aan te zwengelen, is de commissie inmiddels een onderzoek begonnen naar de relatie tussen de inkomsten van bestuurders en de prestaties die hun bedrijf neerzet. De conclusies van dit onderzoek worden komend jaar bekend.

Uit de jaarrapportage die Frijns woensdag presenteerde, blijkt dat 96 procent van de genoteerde bedrijven de code-Tabaksblat naleeft. Dat betekent dat zij de regels voor corporate governance nakomen of uitleggen waarom zij dat niet doen.

Het resultaat laat zien dat ondernemingen belang hechten aan behoorlijk bestuur, aldus werkgeversorganisatie VNO-NCW. Frijns toonde zich desondanks niet helemaal tevreden. „Het zou 100 procent moeten zijn. Zo moeilijk is het niet om de code na te leven.”

Directeur De Vries van de beleggersvereniging VEB plaatste vraagtekens bij de conclusies van Frijns. „Dit zijn communistische cijfers. Wij hebben zelf onderzoek gedaan en komen uit op naleving door 63 procent van de bedrijven.”

Het verschil is dat de VEB ook de inhoud waardeert van de uitleg die een concern geeft als een regel van Tabaksblat niet wordt nagekomen. Daardoor kunnen ondernemingen in dat eigen onderzoek niet wegkomen met een slap excuus.

Kritiek is er bij de controlecommissie van Frijns op de rol die institutionele aandeelhouders spelen bij de uitvoering van de code-Tabaksblat. De commissie vindt het jammer dat slechts 30 procent van de institutionele aandeelhouders werk maakt van de plicht om te rapporteren over regels die hen raken.

Eumedion, de organisatie waarin institutionele beleggers zich hebben verenigd, herkent zich in het beeld dat Frijns schetst. „Zij betreurt dit.” Zowel Frijns als Eumedion verwacht dat de situatie volgend jaar verbetert. Vanaf januari worden institutionele beleggers ertoe verplicht naar buiten te treden over hun rol bij de naleving van Tabaksblat.