Schouwenaar bezocht maandagavond de getroffen gezinnen, waar gevoelens van intense rouw en onzekerheid over het ene nog vermiste jongetje zich met elkaar vermengden. De zesjarige Marcel Houmes werd maandagmiddag kort na het ongeval door duikers boven water gehaald. Naar de één jaar jongere Leon Marijs werd dinsdagochtend nog gezocht.

De burgemeester van Middelburg, waar Arnemuiden onder valt, reed maandagmiddag direct nadat hij het nieuws hoorde naar de plaats waar de jongetjes voor het laatst gezien waren. „Er stonden daar veel mensen uit het dorp te kijken. Er waren duikteams van de brandweer, politiemensen en een traumateam met helikopter aanwezig.” Schouwenaar heeft niets dan lof voor de hulpverleners. „Ze doen wat ze kunnen, maar helaas zonder positief resultaat.”

Maandagavond bezocht de burgemeester de getroffen gezinnen, waar grote verslagenheid heerste. „Het is in één woord afschuwelijk wat die mensen mee moeten maken.” Het trof hem dat er vanuit het dorp veel meeleven wordt getoond. „Er waren mensen van de kerk op bezoek en familie. Je kunt merken dat het hele dorp geschokt is. De gemeenschap in Arnemuiden is wat dat betreft hecht. Maar ondanks alle blijken van medeleven blijft het diep triest wat de getroffen gezinnen overkomt.”

Volgens Schouwenaar staat de omgeving van het Arnekanaal, waar de jongetjes te water raakten, niet als gevaarlijk bekend. „Dan zouden we zeker maatregelen genomen hebben. Maar dit had overal kunnen gebeuren.”

Ook scriba W. Joosse van de gereformeerde gemeente in Nederland is zwaar aangeslagen door het gebeuren. Hij hoorde maandagmiddag aan het einde van de middag het nieuws. „Ik heb er geen woorden voor. Dit heeft me zeer diep aangegrepen.” Volgens de scriba heeft het gebeurde diepe wonden geslagen in de dorpsgemeenschap van Arnemuiden. „Wij leven in een hechte gemeenschap. Deze rouw gaat over kerkmuren heen.” Joosse kent de getroffen gezinnen goed. „Een van de vaders zit ook in de kerkenraad. Zijn zoontje, dat nu vermist is, heb ik zondagmorgen nog aan mijn hand meegenomen de kerk in. Hij heeft de hele dienst naast me gezeten. Dan sta je er niet bij stil dat dit een dag later kan gebeuren.”

In de dienst van zondag, waar kandidaat Van Voorden voorging, gebeurde er iets waar Joosse nu nog veel aan moet denken. „Hij maakte, zo dachten wij, een verspreking. Jonge mensen moeten sterven, oude mensen kunnen sterven, zo zei hij. Nu denk ik: Het was de waarheid.” Joosse, die ook voorzitter is van het bestuur van de school die de kinderen bezoeken, memoreert iedere keer aan het begin van het schooljaar dat er geen kinderen werden weggenomen door de dood. „Dat zal nu voor het eerst anders zijn.”