Dinsdag was op de kruising van de Dordtsche Kil en het Hollands Diep de pers opgetrommeld om getuige te zijn van het lichten van de Jacob, ooit eigendom van schipper D. Jonge. De bedoeling was het goed geconserveerde achterdeel van het schip boven water te halen. Het gaat om een stuk van zes meter lang dat in de modder is weggezakt en tal van bijzondere voorwerpen bevat.Rijkswaterstaat was dit jaar begonnen met het uitbaggeren van de vaargeul richting Moerdijk toen de dienst stuitte op een bult op de bodem van de Dordtsche Kil. Nader onderzoek wees uit dat het om een berg stenen ging, de lading van De Jacob. Duikinspecties, camerabeelden en boven water gehaalde voorwerpen, zoals een jeneverfles, bevestigden het vermoeden dat het een wrak betrof. Naambordjes die zijn opgedoken lieten zien dat het schip de Jacob heette en D. Jonge de schipper was.

De hektjalk was geladen met 50 ton grote grove stenen die vermoedelijk zijn gedolven in de Ardennen. Ze zouden bestemd zijn geweest voor de versteviging van dijken en zeeweringen. Volgens Waldus was Rijkswaterstaat destijds opdrachtgever voor het ophalen van de stenen.

Het is de bedoeling dat het 16 meter lange en 5 meter brede scheepswrak in tweeën wordt gezaagd. Het voorste deel is zover vergaan dat conservering niet meer mogelijk is. Het achterdeel is goed bewaard gebleven, compleet met raampjes, fraai houtsnijwerk en zelfs meubilair. „Een belangwekkende vondst voor de scheepsarcheologie”, aldus Waldus.

Als woensdag het achterdeel boven water is getakeld, zal het naar een haven van Rijkswaterstaat op het Eiland van Dordrecht worden vervoerd. Daar zal er een loods omheen komen om de vondst zeker een half jaar goed te conserveren. Of het wrak ergens zal worden tentoongesteld is nog niet bekend. Rijkswaterstaat gaat kijken of er partijen zijn die interesse hebben.