Dat stelt Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Volgens de koepel van verzekeraars is de houding van de instellingen ingegeven door de toenemende concurrentie in de thuiszorg. ZN liet maandag weten dat 12 procent van de zorg bestaat uit dure ondersteunende begeleiding. Dat werd in september 2005 nog geschat op 4,5 procent.Directievoorzitter M. Rompa van koepelorganisatie ActiZ noemt de aantijgingen van ZN „volstrekte onzin.” Rompa benadrukt dat niet de thuiszorginstellingen of hun klanten, maar het onafhankelijke orgaan CIZ bepaalt of mensen recht hebben op thuiszorg. Zij wijt de stijgende behoefte aan duurdere zorg aan een betere werkwijze van het CIZ.

Ook de Consumentenbond heeft kritiek op de thuiszorginstellingen. Volgens de bond hebben ze de afgelopen maanden bestaande klanten die van het CIZ goedkeuring kregen voor extra uren zorg, langer op zorg laten wachten ten gunste van nieuwe klanten. Hierdoor leek het voor staatssecretaris Ross (Volksgezondheid) net alsof de knelpunten in de thuiszorg waren opgelost.

De SP heeft Ross om opheldering gevraagd. Volgens Kamerlid Kant van die partij kan uitstel van extra uren ook leiden tot ernstige problemen. Als voorbeeld noemde zij een kankerpatiënt die extra zorg nodig heeft.

Afgelopen zomer kondigde de ene na de andere thuiszorginstelling een cliëntenstop af omdat er onvoldoende geld zou zijn om mensen te helpen. Ross dwong zorgkantoren eerst de problemen op regionaal niveau aan te pakken en stelde daarop 95 miljoen euro extra beschikbaar om knelpunten op te lossen.