Harde kern van vleeseters slinkt
De harde kern van ’echte’ vleeseters, mensen die altijd bij de warme maaltijd een biefstuk, kippenpoot of ander vlees willen hebben, is in vijf jaar tijd gehalveerd.
Van de Nederlandse consumenten koopt bijna een kwart (24 procent) voor elke dag in de week een stukje vlees, tegen 50 procent in 1997. Dat concludeerde marktonderzoeksbureau Aurelia maandag uit onderzoek. Het bureau uit Amersfoort heeft de afgelopen tijd in het boodschappenwagentje gekeken van 750 consumenten bij het verlaten van de supermarkt. Consumenten zouden minder vaak vlees eten door crises als de gekkekoeienziekte bse, varkenspest en de mkz-crisis.
De brancheorganisatie voor supermarkten Centraal Bureau Levensmiddelenhandel herkent de trend dat steeds minder mensen elke dag vlees eten. „Mensen gaan meer en meer gevarieerd eten. Deze cijfers impliceren wel een steviger doorzetting van de trend dan tot nu toe gedacht”, aldus een woordvoerster.
Volgens de zegsvrouw is de trend vooral waarneembaar in grotere steden, het westen en midden van het land. „Daar merken we dat mensen gevarieerder eten en meer koken met vervangende producten als vis, kaas en paddestoelen. In landelijke gebieden als Zeeland, Friesland, Groningen en Drenthe houden consumenten nog vaak vast aan het stukje vlees met aardappelen en groente.”
Uit het onderzoek van Aurelia blijkt dat hoogopgeleiden er sterker toe neigen het vlees bij de warme maaltijd te vervangen dan lager opgeleiden. Bovendien zijn het vooral de middelbareleeftijdsgroepen (van 25 tot 65 jaar) die alternatieven proberen. Jongeren onder de 25 jaar en ouderen boven de 65 jaar houden meer vast aan de consumptie van vlees.
Het Productschap voor Vee, Vlees en Eieren (PVE) constateert eveneens dat de ”heavy users” van vlees minder worden in aantal. „Maar of de daling zo sterk is, kunnen wij nog niet zeggen”, aldus een woordvoerster. Eind augustus verwacht het productschap nieuwe cijfers te hebben over de vleesconsumptie in het eerste halfjaar.