„De politieke prijs daarvoor zou veel te hoog zijn; als deze landen voor stabilisering in Irak zijn komen zij zelf wel in actie”, aldus minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice vrijdag tegenover The Washington Post.De onafhankelijke Irakcommissie pleitte er vorige week voor te onderzoeken in hoeverre Iran en Syrië eventueel zouden willen helpen. Volgens Rice zou Damascus daarvoor herstel van de Syrische invloed in Libanon eisen en Teheran zou eisen dat Washington verder niet meer zou zeuren over Irans nucleaire programma.

Volgens Rice komt er overigens niet veel van de „radicale ommezwaai” in het Irakbeleid waar de commissie op aandrong. „Verwacht niet dat president Bush z’n langetermijnstrategie voor Irak radicaal zal wijzigen”, aldus Rice. Hetgeen betekent dat Washington de belangrijkste aanbevelingen van de Irakcommissie, waaronder spoedige terugtrekking van een deel van de Amerikaanse troepen, afwijst. Volgens sommige bronnen in Washington overweegt Bush zelfs een tijdelijke verhoging van de troepensterkte.

Washington kritiseerde vrijdag Democratisch senator Bill Nelson die woensdag in Damascus werd ontvangen door de Syrische president Bashar al-Assad. Zulke contacten „ondermijnen de democratische krachten in het Midden-Oosten” volgens het Witte Huis.

Drie andere senatoren, onder wie de Republikeinse partijgenoot van Bush Arlen Specter, zullen binnenkort ook naar Damascus vliegen „om een beter idee te krijgen van de politieke realiteiten in de regio.”