Opinie

Veel onterechte verdachtmakingen

Er wordt veel foute informatie verspreid rond de dood van Aleksandr Litvinenko. De media in het Westen en in Rusland moeten waken voor valse beschuldigingen, zegt Max Bader.

15 December 2006 19:52Gewijzigd op 14 November 2020 04:22
„Degenen die betrokkenheid van de Russische overheid vermoeden, beschikken over een eenvoudige en bij oppervlakke beschouwing overtuigende logica. De radioactieve stof waarmee Litvinenko is vergiftigd, polonium 210, zou wel eens uit een geheim Russisch la
„Degenen die betrokkenheid van de Russische overheid vermoeden, beschikken over een eenvoudige en bij oppervlakke beschouwing overtuigende logica. De radioactieve stof waarmee Litvinenko is vergiftigd, polonium 210, zou wel eens uit een geheim Russisch la

De vermoedelijke vergiftiging van de voormalige ’spion’ Aleksandr Litvinenko betekent weinig goeds voor de toch al moeizame betrekkingen tussen Rusland en het Westen. De omstandigheden rondom de dood van Litvinenko wekken bij velen de verdenking dat de Russische autoriteiten -de geheime diensten, het Kremlin, of zelfs Poetin persoonlijk- op de een of andere wijze bij deze zaak betrokken zijn. Als er inderdaad sprake is van Russische betrokkenheid op hoog niveau, dan versterkt dit de indruk dat Rusland in toenemende mate verandert in een autoritaire staat met ’fascistische’ trekken.Degenen die betrokkenheid van de Russische overheid vermoeden, beschikken over een eenvoudige en bij oppervlakke beschouwing overtuigende logica. Litvinenko maakte carrière in de KGB en later in de FSB, de opvolger van de KGB, en had de euvele moed om op zeker moment de dienst te verlaten en een boekje open te doen over de smerige praktijken van de FSB. Poetin stamt zelf uit de KGB en was, voor hij de machtigste man van Rusland werd, directeur van de FSB. De radioactieve stof waarmee Litvinenko is vergiftigd, polonium-210, zou wel eens uit een geheim Russisch laboratorium kunnen komen.

Bovendien zijn er in recente jaren meer vergiftigingszaken geweest, zoals die van de Oekraïense president Joesjtsjenko, waarbij Russische betrokkenheid werd vermoed. Verdacht is ook dat in oktober van dit jaar een andere tegenstander van het Poetinregime, de journaliste Politkovskaja, werd vermoord. Dit zijn nog maar een paar van de feiten die de Russische autoriteiten tot een verdachte maken van de moord op Litvinenko.

In westerse media wordt veel gespeculeerd over de rol van de Russische autoriteiten in de zaak, zonder dat harde beschuldigingen worden geuit. Het serieuze dagblad The Wall Street Journal plaatste als kop boven een artikel over de kwestie ”Wie vermoordde Litvinenko? Probeer het aan Poetin te vragen”.

Het Duitse weekblad Der Spiegel vroeg zich af waarom Poetins tegenstanders één voor één op mysterieuze wijze sterven. Veelvuldig wordt een verband gelegd met vergiftigingszaken uit het Sovjetverleden.

Nuchter
Een nuchtere blik leert echter dat er geen enkele concrete aanwijzing bestaat voor betrokkenheid van de Russische autoriteiten. Dat er geen concrete aanwijzingen zijn betekent niet dat de Russische autoriteiten niets met de zaak te maken hebben; wél maakt het dat de speculaties over de betrokkenheid van Poetin, het Kremlin en de FSB niet veel meer zijn dan ongefundeerde verdachtmakingen, serieuze journalistiek onwaardig.

In de drie weken sinds het overlijden van Litvinenko zijn, vooral dankzij Scotland Yard, veel details rondom de vermoedelijke moord boven water gekomen. Minstens evenveel is echter nog onduidelijk.

Dit komt onder andere doordat in zowel de Russische als de westerse pers een onwaarschijnlijke hoeveelheid aan desinformatie over de zaak is verspreid. Het aantal theorieën over de toedracht van Litvinenko’s dood loopt in de tientallen.

Een meerderheid van de theorieën over de moord die door de Russische pers worden gepropageerd, suggereert dat de moord is gepleegd met het doel om de Russische staat in een kwaad daglicht te zetten. Minstens zo onbeschaamd als de westerse pers maken ook Russische media zich schuldig aan verdachtmakingen.

Wat de uitvoering van de moordaanslag betreft zijn de twee Russische zakenlieden Dmitri Kovtoen en Andrej Loegovoj, met wie Litvinenko in oktober en op 1 november in Londen enkele malen sprak, de hoofdverdachten. Indien zij de moord hebben gepleegd, dan is nog volkomen onduidelijk met welk motief en, eventueel, in wiens opdracht. Zelfs staat nog niet vast dat het gaat om moord. Niet per se heel aannemelijk, maar ook niet direct te verwerpen is de versie dat Litvinenko, al dan niet samen met Kovtoen en Loegovoj, radioactieve stoffen smokkelde.

Allerergste
Dat velen in het Westen de Russische autoriteiten tot het allerergste in staat achten, heeft het Kremlin goeddeels aan zichzelf te wijten. De ondemocratische aard van het politieke systeem heeft tot gevolg dat overheidsorganen in Rusland relatief autonoom kunnen opereren en in de regel niet ter verantwoording worden geroepen. Dit maakt het functioneren van instituties als de FSB even ondoorgrondelijk als de politieke intriges in het Kremlin, en dus een makkelijk doelwit van geruchten en verdachtmakingen.

Met de ondoorgrondelijkheid van de overheidsorganen hangt ook samen dat de Russische rechtsstaat gebrekkig functioneert. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het gegeven dat de meeste geruchtmakende moorden in Rusland nooit worden opgelost. Het voortvarende en doortastende optreden van de Britse autoriteiten in de zaak-Litvinenko is in Rusland moeilijk voorstelbaar. Gevreesd wordt dat de toedracht van Litvinenko’s dood niet wordt achterhaald, omdat de Russische autoriteiten niet bereid of niet in staat zullen zijn om hun deel van het onderzoek naar behoren uit te voeren.

Fascisme
Het gerespecteerde weekblad The Economist vroeg zich onlangs af of het niet tijd wordt het f-woord (fascisme) met betrekking tot Rusland te gaan gebruiken. Dit is tekenend voor het verslechterende imago van Rusland in het Westen. De verontrustende ontwikkelingen in Rusland zijn echter geen vrijbrief voor westerse media en sommige politici om ongefundeerde verdachtmakingen aan het adres van de Russische autoriteiten te uiten.

Het onvermogen van de Russische autoriteiten om de verdachtmakingen te ontzenuwen heeft echter minder te maken met een complot van het Westen tegen Rusland, dan met het gebrekkig functioneren van de Russische staat en de ondemocratische aard van het Russische politieke systeem.

voetnoot (u17(De auteur is als promovendus verbonden aan de leerstoelgroep Oost-Europese geschiedenis en Oost-Europakunde van de Universiteit van Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer