De Europese Commissie heeft enkele maanden geleden geopperd om op het bedoelde beleidsgebied over te schakelen naar meerderheidsbeslissingen. Zij beoogt daarmee de besluitvorming te vergemakkelijken. Bij de huidige praktijk van vereiste unanimiteit binnen de vanaf 1 januari 27 lidstaten tellende gemeenschap, duurt het soms erg lang voordat een voorstel resulteert in concrete actie.De discussie over deze kwestie is de laatste jaren aangezwengeld onder invloed van de dreiging van het internationaal terrorisme, met aanslagen in Madrid en Londen. „De burgers verwachten van de EU een snelle en krachtige aanpak van zaken als terreur, mensenhandel en grensoverschrijdende misdaad, maar de huidige regels verhinderen dat”, benadrukte de Finse premier Vanhanen, die momenteel voorzitter is van de Unie, na afloop van het beraad met zijn collega’s. Zoals verwacht bleek er echter geen overeenstemming mogelijk.

De Britse premier Blair werpt zich op een van de voornaamste tegenstanders van de beoogde wijziging in de procedures, al sluit hij op onderdelen een overstap naar een systeem van een gekwalificeerde meerderheid niet uit. Zijn woordvoerder verklaarde: „Er kan wat ons betreft volop samenwerking zijn als het gaat om de veiligheid, maar we zullen geen steun geven aan iets dat onze nationale belangen schaadt.”

Tot de lidstaten die weinig voelen voor het afschaffen van het vetorecht, behoren verder onder andere Duitsland, Frankrijk, Ierland, Polen, Tsjechië en ook Nederland. Nederland onderschrijft de wenselijkheid van een efficiëntere methode om besluiten te nemen, maar is tegelijk terughoudend omdat het bij een sterkere positie voor Europa vreest voor toenemende druk van die kant om bijvoorbeeld het softdrugsbeleid aan te passen.