Rentmeesterschap in december
De maand december is een tijd van ontvangen en van geven. Enerzijds vieren wij het grote geschenk van God aan de mens van het Kind in de kribbe van Bethlehem. December is ook de tijd waarin veel instellingen een beroep op ons doen om bij te dragen aan een goed doel. In het christelijk leven horen beide bij elkaar: wij hebben lief, omdat Christus ons eerst heeft liefgehad.
Maar wat is nu verantwoord om te geven? Een Bijbelse handreiking vormt het gebod van de tiende. Maar is dit principe nog steeds wel toepasbaar? De situatie waarin de Israëlieten gevraagd werd om een tiende af te staan verschilt immers hemelsbreed van onze situatie. De tempel waaraan de tiende werd betaald was niet alleen een religieuze institutie die voorzag in het levensonderhoud van de levieten, maar ook een sociale institutie ten behoeve van de armen. Ook werd het geld gebruikt voor de godsdienstige feesten.Wij betalen echter al belasting om in de sociale nood van de minderbedeelden te voorzien. En de benodigdheden voor het kerstfeest schaffen wij zelf wel aan. Betekent dat niet dat onze giften beperkt kunnen blijven tot de kerkelijke bijdrage van 2 of 3 procent van ons inkomen?
Rijker
Er zijn echter meer verschillen tussen het oude Israël en onze moderne samenleving. Allereerst zijn wij over het algemeen genomen veel rijker. In de Bijbelse tijd gold een extra stel kleren al als een luxe. Hoeveel stel kleren hebben wij in de kast hangen? De meeste christenen zijn daarom in staat om veel meer dan een tiende te geven zonder terug te vallen tot het welvaartspeil van de Israëlitische boeren of Galilese vissers.
Nog een ander verschil is dat in onze globaliserende wereld de naaste niet alleen de arme in onze stad of ons dorp of zelfs ons land betreft. Wij zijn ons ook steeds meer bewust van de situatie waarin de verre naaste leeft, en velen van hen missen het meest noodzakelijk om een menswaardig leven te leiden. Toen ik onlangs op een conferentie sprak over ”Kapitalisme en christen-zijn” en de Bijbelse leidraad van de tiende ter sprake bracht, betwijfelden verschillende studenten dan ook of je daarmee werkelijk gehoor geeft aan de opdracht van rentmeesterschap.
Haalbaar
Waar brengt ons dit? Zonder de tiende als wet te willen zien, denk ik dat het toch een goede regel is. Het stimuleert ons om regelmatig een deel van ons inkomen af te zonderen. Het is enerzijds een substantiële inspanning, maar anderzijds ook een haalbaar doel, dat wij vol kunnen houden. Het helpt ons om goede intenties (Nieuwjaar!) om te zetten in een vaste gewoonte. Op den duur raak je eraan gewend en weet je niet beter.
Maar waarom een tiende weggeven als God het niet echt van ons eist? Welke reden heeft een gelovige om zijn geld weg te schenken? Vaak zeggen we: het gaat er niet om hoeveel je geeft, maar om de instelling waarmee je dat doet. Dat is inderdaad een belangrijke waarheid.
Het belangrijkste motief voor een gelovige om een deel van zijn of haar inkomen weg te schenken, zonder er iets voor terug te willen hebben, is de liefde tot God. Zelfs als onze gift geen humanitair doel zou dienen, maar net als de olie over Jezus’ voeten uitgegoten zou worden, is het dat waard, als een daad van lofprijzing aan God, voor wie Hij is. En op een of andere manier maakt dit offer dat wij brengen ons gelukkig. Dat stemt toch ook overeen met uw ervaring? Hoeveel plezier geeft het u niet iets te schenken aan degenen die u liefhebt, uw kinderen, uw vrienden of uw man of vrouw. Zo is ook met ons offer aan God! Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die een tiende gaf en daarvan spijt had.
Veel manieren
Maar er is nog een tweede motief. En dat is dat ons geven onszelf verandert. Zoals Jezus zegt: Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Met dit vers bedoelt Jezus niet zozeer dat ons giftenpatroon iets zegt over waar wij ons hart op zetten (dat is ook waar), maar veeleer dat de wijze waarop wij ons geld uitgeven, bepaalt wat voor soort mensen wij worden. Wat voor soort mens wil ik worden?
Een tiende! Misschien is dat voor sommigen echt te veel. Maar bedenk dan: rentmeesterschap kan je op veel meer manieren concreet maken. Denk alleen al aan hoe je je tijd besteedt of de aandacht die je hebt voor anderen. Als het maar ook een offer is en je er werkelijk iets waardevols voor laat schieten. Want alleen dan zal het betekenisvol voor je zijn en jezelf veranderen.
Voor anderen is een tiende te weinig. Dan zeg ik: fantastisch als je de gave hebt om nog veel meer te doen. Ontwikkel die gave. Als het maar een vrolijk offer is dat je brengt. Vrolijk, omdat je de vreugde ervaart in het dienen van God en het helpen van de medemens.
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek.