Zolang het kabinet demissionair is, hoeven er geen mensen uit het zogeheten project “Terugkeer” meer het land uit als dat op humanitaire bezwaren zou stuiten. De maatregel geldt in het bijzonder voor gezinnen met kinderen.Het terugkeerproject, dat sinds 2004 bestaat, is bedoeld voor asielzoekers die onder de oude Vreemdelingenwet (voor april 2001) een eerste asielaanvraag indienden, geen verblijfsvergunning hebben gekregen en nog in een opvangvoorziening zitten. Oorspronkelijk ging het om naar schatting 26.000 vreemdelingen. Door geboortes, nareizende familieleden en mensen die in de gemeentelijke noodopvang zaten, is die groep in de loop van de tijd toegenomen tot 39.500. Er komen nog altijd mensen bij.

Inmiddels zijn volgens het ministerie van Justitie circa 23.250 asielzoekers via het terugkeerproject ’uitgestroomd’. Dat wil niet zeggen dat ze ook terug zijn gegaan naar hun land van herkomst; zo’n 4900 asielzoekers zijn aantoonbaar vertrokken en circa 8000 zijn weggegaan zonder dat duidelijk is waarheen. Ongeveer 10.000 asielzoekers hebben een verblijfsvergunning gekregen.

Ex–asielzoekers die onder het project vallen en met uitzetting werden bedreigd, kunnen dankzij het kabinetsbesluit van woensdagavond voorlopig hier blijven. Hoe lang die situatie duurt, is afhankelijk van het verloop van de kabinetsformatie. Het kabinet benadrukt dat het met de opschorting van de uitzettingen niet vooruitloopt op een mogelijke pardonregeling voor de groep ’oude’ asielzoekers. Een nipte meerderheid in de Tweede Kamer wil dat er zo’n pardon komt.