Tegen het tweetal, officier van justitie B. Edelhauser en advocaat-generaal M. Renckens, was door de advocaten G. Spong en J. Taekema aangifte gedaan. Zij zijn de raadslieden van de destijds ten onrechte veroordeelde Kees B. Volgens de advocaten hebben de OM’ers opzettelijk ontlastend bewijsmateriaal voor de rechter verborgen gehouden.Kees B. werd tot in hoogste instantie veroordeeld voor de moord op een 10-jarig meisje in het Beatrixpark in Schiedam en de poging daartoe op het 11-jarige vriendje van het kind. Zijn onschuld bleek jaren later, toen Wik H. bekende dat híj de gruwelijke feiten had gepleegd.

Het justitiële debacle werd uitvoerig onderzocht door advocaat-generaal F. Posthumus. Zijn bevindingen, die ten aanzien van de werkwijze van politie en justitie zeer kritisch waren, hebben geresulteerd in een zogeheten Verbeterprogramma, waardoor dergelijke fouten in de opsporing in de toekomst moeten worden voorkomen.

De aangifte van Spong en Taekema ging vooral over hoe er is omgesprongen met de conclusies van het DNA-onderzoek. Experts van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) twijfelden aan de schuld van Kees B., want van hem werd niet één DNA-spoor gevonden. Het NFI heeft deze twijfel aan het OM kenbaar gemaakt nadat Kees B. door de rechtbank was veroordeeld en zijn zaak in hoger beroep liep.

Een van de NFI-deskundigen in kwestie heeft hierover tijdens het proces bij het Haagse gerechtshof verklaard, zo stelt het OM in Utrecht. Edelhauser en Renckens kan dus niet worden verweten dat zij opzettelijk voor Kees B. ontlastende informatie hebben achtergehouden. Ook overige klachten van Spong en Taekema troffen naar de mening van het OM geen doel.

Die conclusie doet niets af aan de bevindingen van Posthumus, aldus het OM. Dat er geen enkel spoor van Kees B. werd gevonden en wél van een onbekende had tot nader onderzoek moeten leiden, vond Posthumus. Dat onderzoek vond pas plaats na de bekentenis van Wik H… Het onbekende spoor bleek van hem afkomstig.

Het college van procureurs-generaal onderschrijft de Utrechtse conclusies. Volgens het college is er ook geen aanleiding minister van justitie Hirsch Ballin voor te stellen de betrokken OM’ers disciplinair te straffen, omdat niet is gebleken dat er iets op hun integriteit valt aan te merken. De bewindsman is het hier mee eens.

Spong heeft bij het OM in Utrecht bedongen dat hij binnen 24 uur het dossier-Edelhauser en Renckens in handen krijgt. Hij zal dit bestuderen en onderzoeken of het aanleiding geeft om via een beklagprocedure bij het Amsterdamse gerechtshof alsnog strafvervolging van de twee aanklaagsters gedaan te krijgen.