Een valse profeet ontmaskerd
Titel: ”De droom van mijn moeder, Het verhaal van een communekind”
Auteur: Maroesja Perizonius
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2006
ISBN 90 468 0050 4
Pagina’s: 222
Prijs: € 16,50.
Een intrigerende foto prijkt op de voorkant van het boek van Maroesja Perizonius. Een hand komt uit het niets en drukt met enige kracht op Maroesja’s voorhoofd. De andere hand heeft haar ketting (mala) vast. De handen zijn van Bhagwan, in de jaren ’70 en ’80 leider van de naar hem genoemde beweging. Een lang behaard sektelid kijkt toe. Maroesja Perizonius verkeerde van 1978 tot 1986 in de invloedsferen van de Bhagwanbeweging. Over haar ervaringen maakte ze in 2004 een film. Omdat ze achteraf constateerde dat ze een te gunstig beeld gaf van de sekte, schreef ze het boek ”De droom van mijn moeder”.
Die droom was een goed volgeling van Bhagwan te worden. In het rood of oranje geklede volgelingen bevolkten in de jaren ’70 en ’80 de winkelstraten, ook van Nederland, om nieuwe volgelingen te maken.
Maroesja woont met haar alleenstaande moeder in Leiden als die in 1978 besluit op reis te gaan naar de Bhagwancommune in India. Zij en haar zesjarige dochter worden ingewijd als volgelingen. Maroesja heet voortaan Ma Prem Chandra.
In 1984 gaat Chandra met moeder Rupi naar De Ranch, de grote commune in de VS. Daar moet ze als twaalfjarige onder bedreiging van een vuurwapen naar de viering met Bhagwan, waarbij de zelfbenoemde ’messias’ in zijn Rolls-Royce komt langsrijden, een schokkende ervaring.
Terug in Nederland besluit haar moeder in de Amsterdamse commune te gaan wonen. Maroesja volgt, met slechts één koffer aan spullen. Het lijkt ideaal: geld is niet nodig, voor alles wordt gezorgd en iedereen is aardig tegen elkaar. Het is hard werken tijdens de diverse verblijven van Chandra in communes. Op haar dertiende is ze al volleerd kok. Wel twijfelt ze aan sommige karweitjes, zoals het extreem schoonhouden van de wc’s.
Dat gebeurt niet voor niets, want Bhagwan heeft al begin jaren ’80 door welk gevaar de ziekte aids inhoudt. Maar ook dat staat niet op zichzelf, want vrije seks is schering en inslag bij de Bhagwansekte. Chandra krijgt tijdens een verblijf in een Engelse kindercommune een uitnodiging voor geslachtsgemeenschap - op haar dertiende, en van een volwassene.
In andere communes gaat dit baltsgedrag door. Uiteindelijk geeft ze toe. Vlak voor haar veertiende verjaardag wordt ze ontmaagd door een dertigjarige Amerikaan. „Een liefdevolle initiatie”, noemt ze dit. De Amerikaan blijft niet de enige. Haar moeder realiseert zich -te laat- dat haar dochter in een kindonveilige omgeving opgroeit. In 1986 verlaten moeder en dochter de sekte.
De sekte wordt ondertussen bedreigd door verdeeldheid. Bhagwans secretaresse Sheela blijkt mensen te terroriseren. De verwarring en verbijstering slaan toe. Sheela wordt door de Amerikaanse autoriteiten veroordeeld, maar ook Bhagwan komt vast te zitten. Na het betalen van een forse boete verlaat hij de VS om in India opnieuw een commune op te richten.
In 1990 meldt de NOS dat „seksgoeroe” Bhagwan is overleden. De kracht van de beweging lijkt definitief gebroken, hoewel Perizonius schrijft dat de sekte in Oost-Europa nog aantrekkingskracht uitoefent. Ook bestaat de commune in India nog steeds.
Bhagwan wilde een nieuwe godsdienst stichten, gebaseerd op het boeddhisme en zelfontplooiing. „Geef je aan mij over en ik zal je transformeren. Ik ben de poort.” De geschiedenis heeft Bhagwan en zijn helpster ontmaskerd als valse leiders. De Bijbel doet dat ook. In het laatste der dagen zullen valse profeten opstaan. Bhagwan was een van hen. Er is maar één Weg en één Poort: Jezus.