Bos noemt het volstrekt prematuur te praten over een coalitie waarvan CDA en PvdA het hart vormen, zoals CDA–leider Balkenende dinsdag deed. „Balkenende moet eerst laten zien dat hij tot serieuze aanpassingen van zijn beleid bereid is".

Volgens Bos leent de verkenning die nu onder leiding van Hoekstra plaatsvindt zich eigenlijk niet voor gesprekken hierover.

Volgens de PvdA–leider kan het beste zo snel mogelijk met de echte onderhandelingen worden begonnen, eventueel onder leiding van een of meerdere nieuwe informateurs. Thema’s waarop Bos in ieder geval bij het CDA de bereidheid tot concessies wil merken, zijn de zorg, de inkomensverdeling en het internationale beleid.

Het inzicht in de bereidheid bij het CDA vindt Bos nu van groter belang dan de vraag welke derde partij zou moeten aanschuiven. De PvdA–leider spreekt wel een voorkeur uit voor GroenLinks boven de ChristenUnie. Die laatste verschilt volgens Bos flink met de PvdA als het gaat om medisch–ethische zaken, de positie van vrouwen en homoseksuelen en internationaal beleid.

De PvdA–leider wil nu duidelijkheid van het CDA om niet „in dezelfde val" te trappen als tijdens de mislukte kabinetsformatie in 2003. Toen onderhandelde Bos langdurig met het CDA maar bleek uiteindelijk dat de politieke wil bij de christendemocraten ontbrak.

Bij de maandag afgebroken gesprekken van de Pvda met CDA en SP bleek de politieke wil bij de laatste twee te ontbreken. Tot teleurstelling van Bos was er geen bereidheid tot inhoudelijke gesprekken. Hij verwijt vooral SP–leider Marijnissen dat die steeds onduidelijkheid over zijn politieke wil heeft laten bestaan. Met de keuze voor de oppositie doet volgens Bos de SP geen recht aan haar 1,5 miljoen kiezers. „Ik ben ervan overtuigd dat je mensen in armoede of in de verpleeghuiszorg minder helpt als je in de oppositie gaat. Die mensen hebben op je gestemd in de hoop dat je ook iets voor hen realiseert", zei Bos.