L. kreeg op 17 november een beroerte in het huis van bewaring in Rotterdam. Hij werd verdacht van smokkel van 1780 kilo cocaïne tussen Curacao en Rotterdam. De douane onderschepte de partij eind januari in de Rotterdamse haven. De drugs zaten verstopt in een industriële boiler.De zaak van de oud–directeur werd vorige maand pro forma behandeld voor de rechtbank in Rotterdam. Die schorste zijn voorlopige hechtenis wegens zijn ziekte.

Het gerechtshof in Den Haag veroordeelde L. in 1996 tot zes jaar gevangenisstraf wegen grootscheepse illegale lozingen van zwaar verontreinigd afvalwater in de Botlek, de illegale uitvoer van chemisch afval, valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie.

De smokkelzaak komt in februari weer voor de rechter. Naar verwachting wordt het OM dan niet–ontvankelijk verklaard in de zaak tegen L. wegens diens overlijden. De zaak tegen de twee medeverdachten gaat gewoon door.