Commissie: Publiceer fouten rechters
DEN HAAG (ANP) – Om de kwaliteit van de rechtspraak te verbeteren, moeten de Hoge Raad en de hoogste bestuursrechters veel gemaakte fouten of onwenselijke handelwijzen van rechters in jaarverslagen vermelden. Dat bepleit een commissie die onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van de modernisering van de rechtspraak.
De commissie, die maandag in de rechtbank in Den Haag haar rapport presenteerde, constateert dat medewerkers van gerechten erover klagen dat de werkbelasting en productiedwang in de afgelopen jaren zijn toegenomen. Daardoor is de kwaliteit van de rechtspraak volgens hen onder druk komen te staan.De commissie doet verschillende aanbevelingen om daar iets aan te doen, zoals de publicatie van fouten die vaak voorkomen. Ook moet de rechterlijke organisatie meer investeren in haar eigen medewerkers, bijvoorbeeld via opleidingen, overleg over jurisprudentie en een roulatiebeleid.
De commissie onder voorzitterschap van de Haagse burgemeester Wim Deetman onderzocht de gevolgen van de ingrijpende stelselwijziging uit 2002. De veranderingen zijn, ondanks hevige discussies vooraf „zonder grote schokken succesvol verlopen". Volgens de commissie is de rechtspraak weer bij de tijd en op de goede weg. Daarom is er ook geen drastische ingreep nodig in het vernieuwde stelsel.
Wel moet de elektronische toegankelijkheid van de rechtspraak beter en moet er sneller worden gewerkt. Verder dient er een einde te komen aan de „doorgeschoten overlegcultuur".
De commissie pleit er ook voor de kantonrechter meer bevoegdheden te geven. Daar kunnen mensen nu terecht voor geschillen over onder meer huur(koop), arbeidsverhoudingen, pacht– en leasezaken. De kantonrechter mag zaken behandelen met eisen tot 5000 euro. Wat de commissie betreft komen daar alle zaken bij die met ’consumentenkoop’ te maken hebben en wordt de bevoegdheid verruimd tot eisen van maximaal 25.000 euro.
De commissie verwijst in haar rapport naar een onderzoek waaruit blijkt dat het vertrouwen in de rechtspraak in de afgelopen vijf jaar behoorlijk stabiel is en rond de 60 procent schommelt. Geruchtmakende strafzaken, zoals de zogenoemde Puttense moordzaak en Schiedammer parkmoord, schokten wel het vertrouwen in de juistheid van het oordeel van de rechter. Maar het gaat volgens de commissie te ver om op grond van een „zeer beperkt aantal betreurenswaardige incidenten" te spreken van een vertrouwensbreuk.