Dat zegt een onafhankelijke evaluatiecommissie in haar jaarrapport over de effectiviteit van de bank.Volgens de commissie zou het beter zijn als de bank meer „specifieke en realistische” doelen nastreeft. Daarbij is het van belang dat de bank rekening houdt met wat een land zelf aankan.

Volgens het rapport is de economie in veel landen waaraan de bank geld leent de afgelopen vijf jaar verbeterd. Toch moet er meer gebeuren om de arme mensen daarvan te laten profiteren. De mate waarin de armoede omlaag is gegaan, verschilt van land tot land aanzienlijk. Daarnaast zijn er flinke verschillen in inkomens. Over het algemeen is armoede in de plattelandsgebieden het grootst.

De commissie is voorstander van een aanpak waarbij zaken als onderwijs en gezondheidszorg vaker tegelijk aandacht krijgen. Zo wist Bangladesh de kindersterfte omlaag te brengen door niet alleen de gezondheidszorg te verbeteren, maar ook het onderwijs voor meisjes en de stroomvoorziening op het platteland op een hoger peil te brengen.

Van groot belang is verder dat de betrokken overheden fatsoenlijk functioneren en daarop kunnen worden aangesproken. De Wereldbank legt daar volgens de evaluatiecommissie terecht nadruk op. Bij de corruptiebestrijding kan het geen kwaad afzonderlijke publieke diensten, zoals aanbestedingen, een voor een aandacht te geven. Een te brede aanpak kan tot „teleurstellende resultaten” leiden, aldus de commissie.