Europese Unie wacht lastig beraad over Turkije
BRUSSEL - De EU neemt volgende week een beslissing over het vervolg van het toetredingsoverleg met Turkije. Maandag praten de ministers van Buitenlandse Zaken erover. Bereiken zij geen akkoord, dan ligt de zaak op het bordje van de regeringsleiders. Die zijn donderdag en vrijdag in Brussel bijeen.
Een overzicht van de ontwikkelingen in de relatie tussen Europa en de moslimnatie door de jaren heen en enkele vragen die op dit moment aan de orde zijn:(is0(1963: De EEG sluit een associatieovereenkomst met Turkije die voorziet in onderlinge samenwerking.
1996: Er treedt een douane-unie in werking. Dat betekent wederzijds afschaffing van beperkingen en van invoerheffingen op het goederenverkeer.
1999: Op een Europese top wordt Turkije de status van kandidaat-lidstaat toegekend.
2002: Het betrokken land krijgt de toezegging dat de EU in 2004 groen licht zal geven voor toetredingsonderhandelingen, mits het dan voldoet aan de daarvoor geldende criteria van Kopenhagen, die betrekking hebben op handhaving van de mensenrechten en het waarborgen van democratie, rechtsstaat en markteconomie.
2004: Onder voorzitterschap van premier Balkenende bepalen de regeringschefs dat de formele besprekingen over het lidmaatschap, in de vorm van wat heet een intergouvernementele conferentie (igc), aanvangen op 3 oktober 2005.
2005: Op genoemde datum wordt de officiële start van de igc bezegeld. Evenals bij de besluiten in 1999 en 2004 gebeurt dat in een crisisachtige sfeer. Oorzaak hiervan zijn de trage vorderingen met de noodzakelijke hervormingen, de weinig inschikkelijke opstelling van Turkije en de verdeeldheid binnen de Unie over hoe daarmee om te gaan. Telkens is er de dreiging van een breuk in de relatie.
Wat houden de onderhandelingen met een kandidaat-lidstaat in?
Zij omvatten 35 hoofdstukken, elk gericht op een specifiek beleidsterrein. Het gaat erom dat het land de duizenden pagina’s met Europese regels invoegt de eigen, nationale wetgeving. Het openen en het sluiten van een hoofdstuk vereist unanimiteit onder de partners. Naar verwachting zal Turkije zeker niet voor 2015 gereed zijn om aan te haken. Tot nu toe is slechts één hoofdstuk in behandeling genomen, en dat kon in juni ook meteen worden afgerond. Het betrof het onderwerp wetenschap en research. Op dat gebied voldoet Turkije dus inmiddels aan de Europese normen.
Waardoor zijn er nu problemen rond het overleg met Turkije?
Een van de voorwaarden voor het starten van dat overleg was dat Turkije de douane-unie met de EU in oude samenstelling zou uitbreiden tot ook de tien nieuwe lidstaten. Het heeft daartoe in 2005 het zogeheten protocol van Ankara ondertekend, maar het zondert in de praktijk Cyprus uit van de daarin voorziene onderling vrije handel. De Unie eist in reactie daarop dat het voor het einde van 2006 in de havens en op de vliegvelden verkeer vanaf het eiland in de Middellandse Zee accepteert. De regering van premier Erdogan weigert tot dusver daaraan gehoor te geven, maar kwam gisteren wel met het aanbod voorlopig één zee- en één luchthaven te openen. De EU moet nu beslissen of de opstelling van Turkije consequenties zal hebben voor de voortgang van het onderhandelingsproces.
Hoe zit het met de verhouding tussen Turkije en Cyprus?
Door Cyprus loopt sinds 1974 een scheidslijn. Het Grieks-Cypriotische deel, dat in 2004 is toegetreden tot de EU, wordt niet erkend door Turkije. Dat steunt, als enige binnen de internationale gemeenschap, de Turks-Cypriotische regio in het noorden, waar het troepen heeft gestationeerd en die zich in 1983 een onafhankelijke republiek verklaarde. Ankara verlangt in ruil voor het toelaten van schepen en vliegtuigen uit het Griekse deel dat Brussel de boycot tegen het Turkse deel opheft. Een veto van de Grieks-Cypriotische regering in Nicosia belemmert dit. In 2005 stemden de Turks-Cyprioten in een referendum voor een VN-plan tot hereniging, maar wees de Grieks-Cypriotische bevolking dat af.
Wat zijn de posities in het EU-beraad van volgende week?
De Europese Commissie heeft voorgesteld acht hoofdstukken niet aan te snijden zolang Turkije niet aan zijn verplichtingen voldoet. Het gaat daarbij om de onderwerpen: vrij verkeer van goederen, recht van vestiging, financiële diensten, landbouw, visserij, vervoer, douane-unie en buitenlandse betrekkingen. Geen volledige opschorting dus. Wel voortzetting van de dialoog, maar in een trager tempo, zoals commissaris Rehn (Uitbreiding) het uitdrukt.
Sommige lidstaten, waaronder Cyprus, Frankrijk, Griekenland en Oostenrijk, zouden liever een strengere aanpak zien. Andere, met Groot-Brittannië voorop en met verder onder meer Italië, Polen, Spanje en Zweden, willen juist een minder zware sanctie. Finland mag als huidig EU-voorzitter proberen consensus te vinden.