Afghaanse kinderen al in baarmoeder aan de opium
KABUL - Het zoontje van Farida was in de baarmoeder al aan opium verslaafd. Hij dronk haar melk met daarin opium. En als hij huilde, kalmeerde ze hem door wat opium door de thee te doen.
Het is de verborgen kant van de drugsproblematiek in Afghanistan: ouders geven hun verslaving door aan hun kinderen. Alle vier de kinderen van de 28-jarige Farida werden high van de rook van de heroïne waaraan haar man zich tegoed deed, van de opium in hun eten en van de borstvoeding.Een buurman in het Pakistaanse vluchtelingenkamp waar het gezin ooit woonde liet haar man kennismaken met drugs. Hij adviseerde haar op zijn beurt om opium te nemen tegen de hoest als ze ziek was. „Mijn man bevond zich op de verkeerde weg en ik volgde hem omdat hij mijn echtgenoot is. Ik wist niet dat het slecht was.”
Het is geen geheim dat Afghanistan de grootste producent van opium en heroïne is. Verreweg de meeste heroïne die in Azië, Europa, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten wordt verkocht, is uit Afghanistan afkomstig. De omvang van het drugsmisbruik in het land zelf was tot voor kort een stuk minder goed bekend.
Het eerste landelijke onderzoek naar drugsgebruik in Afghanistan werd vorig jaar uitgevoerd door de Afghaanse autoriteiten en de Verenigde Naties. Er blijken in het door oorlog verwoeste land bijna 1 miljoen verslaafden rond te lopen en hun aantal groeit. Onder hen bevinden zich naar schatting 50.000 kinderen onder de 15 jaar. De meeste verslaafden nemen heroïne, opium, hasj of medicijnen.
Volgens het onderzoek is het werkelijke aantal verslaafden waarschijnlijk een stuk hoger. Met name het drugsgebruik van vrouwen en kinderen heeft thuis plaats en valt dus nauwelijks op. Als één gezinslid begint te gebruiken, volgen de anderen vaak. De productie van drugs in Afghanistan is de laatste jaren bovendien flink gestegen, waardoor de gemiddelde Afghaan zonder problemen aan drugs van goede kwaliteit kan komen. Afghanistan produceert meer heroïne dan verslaafden wereldwijd gebruiken.
Voorzichtig loopt een welzijnswerkster over het besneeuwde voetpad naar Farida’s huisje van modder en stro in Kabul. Op weg van het afkickcentrum Nejat wijst ze verschillende vrouwen aan die voor hun verslaving zijn behandeld. Het centrum opende de deuren in 2002, na de val van de fundamentalistische taliban. Ongeveer duizend kinderen in de oude stad zijn verslaafd aan drugs. Het verhaal gaat dat een moeder en haar kinderen kerosine dronken.
Volgens een andere bekende anekdote krijgen Afghaanse vrouwen die rugpijn hebben als gevolg van het weven van tapijten vaak het advies van buren of verwanten om opium te nemen. Dreinende kinderen zoet houden met opium, zodat mama verder kan weven, is al bijna een traditioneel Afghaans middeltje.
Veel Afghanen zijn zich nauwelijks bewust van het gevaar dat ze hun verslaving doorgeven aan hun kinderen, omdat ze er nooit op zijn gewezen. Farida -die net als zo veel Afghanen maar één naam heeft- vertelt hoe zij en haar man de spullen in hun huis verkochten om drugs te kopen en hoe hun verslaving oversloeg op hun kinderen. Farida’s oom heeft eens een rijke man moeten wegjagen die bij haar thuis kwam om haar kinderen te kopen. De rijkaard zei: „Ik heb zes dochters, maar geen zonen. Wat moet jij met zonen? Je bent een drugsverslaafde”, herinnert Farida zich. In haar huisje warmen haar magere kinderen zich aan het draagbare gaskacheltje.
Met hulp van het afkickcentrum raakten Farida en haar kinderen binnen een maand van de drugs af. Met paracetamol bestreden ze de pijn en met extra vitaminen bouwden ze weerstand op. Zij en haar kinderen zijn al anderhalf jaar clean.