Koningin: Wilt u een wolkje of een plens?
Waarom begint elke wet met de woorden: „Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.?” Recent verscheen een handzaam boekje waarin tientallen van dit soort vragen worden beantwoord. ”Het koningshuis in een notendop. (Bijna) alles wat je altijd wilde weten” luidt de titel. Daarmee is niets te veel gezegd.
Alle wetten worden door koningin Beatrix ondertekend. Met haar handtekening geeft zij de wet gezag. Dat ook de betrokken minister tekent, heeft met de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid te maken. Hij is aanspreekbaar op de inhoud van de wet, de koningin uiteindelijk niet, die is onschendbaar.Het is mooi dat ook anno 2006 de koningin nog altijd tekent, terwijl erboven staat ”Bij de gratie Gods”. Een belijdenis. Hoelang zal dit nog zo blijven?
”Bij de gratie Gods” betekent „niet dat Beatrix haar macht van God gekregen heeft (”droit divin”), maar dat ze haar koningschap dankt aan Gods gratie oftewel genade”, stelt auteur Carla Joosten. „De negentiende-eeuwse schrijver Busken Huet (1826-1886) concludeert al dat deze gratie in geen andere zin moet worden verstaan „dan waarin ook ’s konings kleermaker aan goddelijke genade het aanzien dankt”; Thorbecke, de grondlegger van de Nederlandse parlementaire democratie, heeft dan al lang vastgesteld dat het koningschap „geen andere zetel heeft dan de grondwet””, zo schrijft de Elsevierredacteur.
Het ”enz. enz. enz.” aan het einde van de formulering heeft altijd iets geheimzinnigs in zich. Wat is koningin Beatrix nog meer? De koningin heeft nog circa veertig andere titels. Die heeft zij geërfd van haar voorvaders. „De titels worden ook wel slapende titels genoemd, omdat ze geen publiekrechtelijke bevoegdheid meer vertegenwoordigen die voorheen particulier eigendom kon zijn. Volgens enkele van die slapende titels kan koningin Beatrix zich burggravin van Antwerpen noemen, maar ook markiezin van Veere en Vlissingen en vrouwe van Borculo en Lichtenvoorde”, zo legt Joosten in het informatieve boekje uit.
Verder wordt duidelijk waarom het staatshoofd officieel ”Koningin der Nederlanden” en niet ”van Nederland” heet. De Antillen en Aruba maken ook deel uit van het koninkrijk. Koningin Beatrix is tevens staatshoofd van die eilanden in het Caraïbische gebied.
”Prinses van Oranje-Nassau” is haar familienaam. Die naam wijst terug naar de lange familiegeschiedenis en de rijke historie samen met de Lage Landen. Overigens is het huis Van Oranje-Nassau lang niet het oudste vorstenhuis. Uiteindelijk zijn de Oranjes pas sinds de negentiende eeuw koninklijk, terwijl de Britse monarchie al rond het jaar 1000 bestond. Daar zitten de koningen en koninginnen al een millennium lang op de troon.
De historische feiten in het eerste deel van het boek kloppen overigens niet altijd. Zo staat er verkeerde informatie in het boek over de kinderen die Juliana van Stolberg, de moeder van Willem van Oranje, kreeg.
Aftreden
Hoeveel wetten zal koningin Beatrix nog tekenen? Dat is een andere vraag die leeft. Joosten waagt zich niet aan speculaties op dat terrein, „het is nog maar de vraag of de koningin zelf al weet” wanneer ze zal aftreden.
De abdicatie van koningin Juliana kwam geheel onverwachts op 31 januari 1980. „Zelfs premier Dries van Agt weet van niks. Ook hij ziet Juliana op televisie het nieuws verkondigen.” De koningin kan geheel zelf beslissen over het moment van aftreden, maakt het boek duidelijk.
Joosten zet de feiten rond het aftreden op een rij en kijkt naar de voorgangsters van koningin Beatrix - misschien dat Beatrix zich daardoor laat leiden, schrijft zij. „Wilhelmina regeert het langst: vijftig jaar. Ze abdiceert op haar 67e en is dan ook jong begonnen. Juliana treedt in 1948 aan op haar 39e, regeert bijna 32 jaar en abdiceert op haar 71e. Koningin Beatrix regeert sinds 1980. Ze is bij haar aantreden 42 jaar en heeft er in 2005 een kwart eeuw opzitten. Gezien het verleden kan ze nog wel even mee, maar dat heeft ook een koningin niet zelf in de hand”, zo besluit het boek.
Joosten noemt geen jaar waarin zij de troonswisseling verwacht, maar algemeen is de verwachting dat het geen tien jaar meer duurt. Kasteel Drakensteyn -privébezit van de koningin- wordt waarschijnlijk niet voor niks opgeknapt en voorzien van een gebouw voor beveiligers, prins Willem-Alexander wordt volgend jaar veertig en er is net een nieuwe grootmeester benoemd, die rustig voorbereidingen kan gaan treffen voor het grote moment dat Nederland na jaren weer een koning krijgt.
Werk neven
In het boek passeren tal van thema’s de revue: het geheim van Noordeinde, de grote invloed van koningin Beatrix, Prinsjesdag, staatsbezoeken, het werk van de zoons en neven van de koningin, kwesties binnen de familie die de afgelopen jaren stof deden opwaaien, de kosten van de monarchie, de paleizen en de ”Andere koningin: de pers”. Er zijn altijd thema’s te bedenken die het boek nog completer hadden gemaakt, zoals vlaggen, ridderorden en de relatie met het leger, maar dan zou de notendop geen notendop meer zijn.
Joosten schrijft compact, maar laat niet na leuke anekdotes te vermelden, onder meer over een bezoek van toenmalig LPF-Kamerlid Herben aan de koningin. Herben vertelde dat toen er koffie werd geserveerd de koningin tegen hem zei: „Wilt u een wolkje of een plens?” En: „Zeg maar ho.” Ook koningin Beatrix is een mens zoals anderen, zij het met een bijzonder ambt. Dat blijkt ook uit deze uitgave, die helaas geen foto’s bevat.
Mede n.a.v. ”Het koningshuis in een notendop. (Bijna) alles wat je altijd wilde weten”, door Carla Joosten; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2006; ISBN 90 351 3002 2; 128 blz.; € 9,95.