Zelfmoord onder allochtone meisjes bespreekbaar
DEN HAAG (ANP) – Het onderwerp zelfmoord onder allochtone meisjes in Den Haag is beter bespreekbaar geworden. Dat is de belangrijkste winst van het Haagse project Aan de grenzen, bleek donderdag tijdens de evaluatie. De afgelopen vier jaar zijn onder meer een kenniscentrum opgezet, een nazorgproject, een pool met time–outgezinnen en een 24–uurs crisislijn.
Aanleiding voor het gemeentelijke project waren de cijfers van de GGD Den Haag, die aangaven dat Surinaams–Hindoestaanse en Turkse jonge vrouwen tussen de 15 en 24 jaar veel vaker een poging tot zelfdoding doen dan van oorsprong Nederlandse vrouwen.Vier op de duizend Surinaamse meisjes en vrouwen tussen de 15 en 24 jaar doen jaarlijks een zelfmoordpoging, tegenover twee op de duizend bij de autochtone doelgroep. Bij Turkse vrouwen tussen de 20 en 24 jaar gaat het zelfs om zeven op de duizend vrouwen. De wanhoopsdaden hebben bij allochtone jongeren vaak te maken met spanningen door opgroeien in twee culturen.
Hoewel het effect van Aan de grenzen volgens de projectmedewerkers niet direct meetbaar is, blijkt uit de evaluatie dat de afgelopen vier jaar veel allochtone jongeren en hun omgeving zijn bereikt. Zo is er op zeven scholen een praatgroep voor allochtone meisjes gestart. Met Hindoestaanse en Turkse organisaties en gezagspersonen zijn dialoogbijeenkomsten gehouden.
Suïcidale jongeren die op de spoedeisende hulp belandden, zijn door medewerkers benaderd in verband met nazorg. De Hindoestaanse radiozender Amor besteedde aandacht aan het onderwerp en er verscheen een goedbezochte theatervoorstelling in Bollywoodstijl over zelfmoord. Ook is er een film gemaakt over zelfmoordpogingen onder Turkse jongeren. Verder is veel energie gestoken in een pool van time–outgezinnen, waar jongeren die in de problemen zitten maximaal veertien dagen tot rust kunnen komen.
Uit de evaluatie bleek dat nog wat verbeterd moet worden. Op vier scholen zijn de praatgroepen vroegtijdig beëindigd omdat de meisjes niet meer gemotiveerd waren. De deskundigheid van vertrouwenspersonen op scholen heeft daarom meer aandacht nodig. Ook laat hulpverlening vaak te lang op zich wachten.
De gemeente heeft besloten het project vanaf 2007 structureel voort te zetten. Wethouder Van Alphen zal de resultaten bespreken met zijn collega’s in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Amsterdam is inmiddels ook begonnen met het verzamelen van gegevens over zelfmoordpogingen bij jongeren.
Ondanks dat wetenschappers het aantal zelfdodingen zien als een maatstaf voor de sociale kwaliteit van een samenleving, is er in Nederland nauwelijks onderzoek naar gedaan.