Het project “Van huis uit” richt zich voornamelijk op de Turkse, Koerdische, Marokkaanse, Surinaamse en Hindoestaanse gemeenschappen. De bemiddelaars houden lezingen op bijeenkomsten of in bijvoorbeeld de moskee en krijgen ook een eigen spreekuur. Daar kunnen mensen incidenten melden die met eerwraak te maken hebben en advies inwinnen. Ook werken de bemiddelaars nauw samen met maatschappelijk werkers, politie en GGD. Den Haag is de eerste gemeente in Nederland die deze bemiddelaars inzet om de problemen aan te pakken.„Eerwraak, gedwongen huwelijk en huiselijk geweld ligt in veel gemeenschappen gevoelig, er rust een taboe op", zegt Jenny van Eyma, een van de trainers die de cursisten heeft opgeleid. „Dat moeten we doorbreken". De gemeenschapsbemiddelaars hebben verschillende culturele en religieuze achtergronden en werken op vrijwillige basis. Een belangrijke eis aan de bemiddelaars is dat die kunnen terugvallen op een groot netwerk binnen hun eigen gemeenschap. „Probleemgezinnen komen zo snel in beeld", aldus Eyma.

Vooralsnog heeft het project een looptijd van ruim een jaar. Onder meer het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Oranje Fonds ondersteunen het project. „Maar natuurlijk hebben we veel meer tijd nodig, zeker als we het probleem ook landelijk willen aanpakken".