„De prediker is hoorder onder de hoorders”
NUNSPEET - In het begin van zijn ambtsperiode vroegen catechisanten hem hoe het mogelijk was dat Jezus over het water liep. „Nu vragen ze meer hoe ze echt gelukkig kunnen worden. Ze begrijpen weer dat je een heel kil en koud leven overhoudt als je het alleen van deze wereld verwacht.”
Ds. Schuitemaker (1958), predikant van de hervormde gemeente Nunspeet, heeft in de achterliggende 25 jaar gezien hoe de kerk naar de rand van de samenleving is weggedrukt. „En toch is de kerk geen randverschijnsel geworden. Je ontmoet weer mensen die religieus op zoek zijn, je merkt weer dat mensen onderhuids naar iets echts verlangen. Velen stellen vragen over de zin van het leven. Jongeren vragen zich wel eens af: Waarom kom ik ’s morgens eigenlijk mijn bed uit? Wat is het doel van alles? Waar vind ik rust, waar geborgenheid?”De kerk beschikt over de antwoorden, zegt ds. Schuitemaker. „We slagen er alleen nog niet zo goed in om die mensen daarvan ook te overtuigen. Al die vage gevoelens en religieuze verlangens krijgen in de kerk handen en voeten. Het lukt de kerk echter niet om de link te leggen tussen waar mensen naar uitzien en wat de Bijbel zegt. De drempel van de kerk blijkt nog steeds te hoog.”
Berkhof
Dr. H. Berkhof voorspelde lang geleden al dat God geen factor van betekenis meer zou zijn, dat de kerk niet relevant meer zou zijn, dat ze de grote zeurpiet aan de zijlijn zou worden. „Maar daarin heeft Berkhof zich ernstig vergist. Mensen zijn religieuzer dan ooit. Berkhof heeft ook gezegd dat God ”Privatsache” zou worden, dat godsdienst iets was voor achter de schuifdeuren.
Ik zie daarentegen veel mensen die op zoek zijn, veel jongeren ook, die bezig zijn met de diepere vragen van het leven. Dat zou ons, dat zou de kerk te denken moeten geven.”
De kerk staat, zegt de Nunspeetse predikant, voor de grote uitdaging om gestalte te geven aan de boodschap van het Woord, om te laten zien waar het echt in het leven op aankomt. „Het komt aan op een leven met de Heere God, een leven vanuit de verzoening. Van belang is ook dat je dat als gemeente van Christus in het gewone dagelijks leven deelt met de mensen om je heen.”
De vanzelfsprekendheid van het kerkelijk leven is weg. „De mensen hoorden vroeger als vanzelfsprekend bij de kerk. Nu plaatst men zich voor de keus: Gaan we wel of niet naar de kerk? En zo ja, naar welke kerk? De kerkganger van nu is consument geworden, hij kiest wat hij wil. Mensen worden gedwongen na te denken over de keuzes in hun leven. We bevinden ons allemaal in een zeef waarin we worden opgeschud.”
Dat heeft ook voordelen. „Jongeren die nu belijdenis doen, kiezen daar heel bewust voor. Ouders die een kind laten dopen, staan daar ook echt voor.”
Nieuwpoort
Kandidaat Schuitemaker werd op 6 december 1981 in Nieuwpoort bevestigd tot predikant. Later diende hij Loenen aan de Vecht (1989), Emmeloord (1993) en Nunspeet (2003). „Nieuwpoort was een fijne gemeente om te beginnen. Het is de oudste en de kleinste vestingstad van Nederland. Nieuwpoort heeft muren, dat gaf een veilig gevoel. De kerk staat in het midden van de stad, zoals het hoort. Dat beeld, van de kerk in het midden van de samenleving, en muren daaromheen, is weg. Maar de kerk is er nog wel!”
Loenen aan de Vecht werd de tweede gemeente. „Een rijke buurt, met al die herenhuizen aan de Vecht, een beetje in de Amsterdamse sfeer. Als ik zondags naar de kerk liep, kwam ik langs allemaal terrasjes. Daar zaten me allemaal mensen aan te kijken. In Loenen heb ik geleerd wat secularisatie ten diepste inhoudt. Dan valt het openbare leven dus steeds minder in het licht van het Woord. Mensen halen en graaien het leven zich toe, niet wetend waar het leven ten diepste vandaan komt.”
Het kerkelijk leven in Loenen bracht ds. Schuitemaker tot een diepere overdenking van de prediking. Het resulteerde in het boekje ”De prediking doordacht”. „In de overdracht van de prediking moeten we erop bedacht zijn dat we geen onnodige belemmeringen aanbrengen waardoor de moderne mens nog sterker van het Woord vervreemd raakt.”
De figuur van de predikant stond op een voetstuk, ontdekte ds. Schuitemaker. „We brachten het Woord van bovenaf naar de mensen toe. Predikers zijn echter hoorders onder de hoorders. De Bijbel ligt wel hoog, op de kansel, maar de predikant staat midden tussen de mensen, hij spreekt ook tot zichzelf.”
Emmeloord werd zijn derde gemeente. Hij stond daar met een opdracht voor de gehele Noordoostpolder, om mensen te bereiken die georiënteerd waren op de Gereformeerde Bond. In 2003 volgde Nunspeet. „Ook hier gaat de ontkerkelijking door, maar in Nunspeet zijn nog kerkelijke structuren en kerkelijke kaders. Hier zijn nog christelijke scholen, kerkelijke verenigingen. En iedereen die in de kaartenbak van de kerk zit, wordt bezocht.”
Bevinding
Op het tafeltje in de studeerkamer van ds. Schuitemaker ligt een rijtje boeken: ”Het bevindelijke nest” van dr. W. Verboom, ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink, en ”Wij hebben gehoord dat God met u is” van dr. Rein Bos.
„Ik voel mezelf het meest een praktisch theoloog, met aandacht voor pastoraat en spiritualiteit. Het is voor een predikant belangrijk dat hij zijn werk met zijn hart doet. Ik voel me in dat opzicht staan in de bevindelijke traditie. Niet dat ik nu zo veel oudvaders lees, ik lees meer Calvijn en Kohlbrugge, Miskotte en Noordmans, maar ik hecht er wel aan dat je als predikant op spirituele wijze je ambt uitoefent. Je moet vanbinnen uit weten wat je naar buiten toe verkondigt.”