Het openbaar ministerie in Milaan eist ook stappen tegen de voormalige chef van de Italiaanse militaire geheime dienst, Nicolo Pollari, en vijf andere Italiaanse spionnen.Aanklagers verdenken de Amerikaanse en Italiaanse agenten ervan betrokken te zijn geweest bij de kidnapping van de islamitische geestelijke Abou Omar op 17 februari 2003 in Milaan. De voormalige imam werd op verdenking van terrorisme naar Egypte overgebracht, waar de autoriteiten hem opsloten. Drie andere personen worden verdacht van medeplichtigheid, onder wie een journalist van de rechtse Italiaanse krant Libero.

Het OM wil dat de Italiaanse regering de Amerikaanse overheid om uitlevering van de agenten vraagt, zodat justitie de groep in Italië kan berechten.

De vorige regering onder de rechtse premier Silvio Berlusconi wilde niets van het verzoek weten. Berlusconi betuigde dinsdag nog zijn steun aan de Italiaanse verdachten.

Generaal Pollari van de geheime dienst Sismi werd onlangs ontslagen door de nieuwe linkse regering-Prodi. Hij spreekt alle aantijgingen tegen en ontkent op de hoogte te zijn geweest van de operatie. Bij ondervragingen stelt hij dat hij geen informatie kan geven omdat het om staatsgeheimen zou gaan.

Imam Omar, die ook Hassan Mustafa Osama Nasr heet, werd van een Amerikaanse luchtmachtbasis Aviano naar Egypte gevlogen. De geestelijke beweert dat hij in de gevangenis is gefolterd.

Bij de ontvoering van Omar gaat het om een van de gevallen die zijn gerapporteerd door de Raad van Europa in het kader van een onderzoek naar geheime vluchten door de CIA. De inlichtingendienst blijkt terreurverdachten naar bepaalde landen te brengen om ze daar te verhoren, de zogenoemde renditions.

Een Italiaanse rechter moet nu bepalen of er genoeg bewijs is voor een proces.