Het eerste halfjaar daalde volgens het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) de aanvoer van overig stukgoed met 12 procent tot 3,7 miljoen ton. In de afgelopen vijftig jaar is volgens het GHR het aantal niet onder de 4 miljoen ton geweest. De forse terugloop heeft vooral te maken met de „klimatologische omstandigheden” op de Canarische Eilanden en in Cuba. Die veroorzaakten een veel lagere aanvoer van fruit en tomaten. Aangezien het fruitseizoen voorbij is, zal het lage cijfer volgens het GHR in het komende halfjaar ook niet meer aantrekken.

Een woordvoerder van het havenbedrijf zegt het niet vreemd te vinden dat de aanvoer van stukgoed onder de grens van 4 miljoen zakt. Het gaat volgens hem om een al jaren teruglopende sector. De ontwikkeling valt volgens hem in het niet bij de omzet van de gehele Rotterdamse haven.

Toch kan de woordvoerder niet ontkennen dat de pijn in de Rotterdamse haven wel wordt gevoeld; vooral in de fruitsector, waar men toch al kampte met een overschot aan personeel. Aanvoer en verwerking van fruit zijn periodegebonden bezigheden, die in februari beginnen en in de zomer aflopen. Probleem van de sector is dat zij tijdens de pieken veel en daarna veel minder personeel nodig heeft. Daar komt dan nu nog de verminderde aanvoer bij.

Het havenbedrijf denkt dat de aanvoer van hout en metalen het komende jaar nog wel kan toenemen. De behandeling van containerlading steeg van 31 miljoen ton in het eerste halfjaar van 2001 naar 32 miljoen ton dit halfjaar. In TEU’s (eenheden van 20 voet) bedroeg de toename 2,4 procent, oftewel 70.000 TEU, tot 3,1 miljoen TEU. Deze stijging komt voornamelijk voor rekening van de zogenoemde shortsea-sector, het zeevaartverkeer over kleine afstanden.

Het diepzeeverkeer is weliswaar uit de min, maar groeit volgens het GHR nog onvoldoende. Volgens het havenbedrijf worden allerlei maatregelen genomen om Rotterdam voor de grote zeevaart aantrekkelijker te maken.

In totaal bleef de daling van de goederenoverslag in de Rotterdamse haven in de eerste zes maanden beperkt tot 1,7 procent. Er werd ruim 159 miljoen ton overgeslagen, tegen 162 miljoen ton in de eerste helft van 2001. Volgens havendirecteur W. Scholten kan het jaarresultaat uitkomen rond het niveau van vorig jaar. „Wat conjunctureel kán dalen, ís ook gedaald, maar toch nog relatief beperkt. In de tweede helft van het jaar verwacht ik enig herstel, zodat we uiteindelijk rond het niveau van 2001, 314 miljoen ton, uitkomen.”

De overslag van aardolieproducten is het eerste halfjaar met een toename van 21 procent de sterkste stijger. Scholten: „We hebben hierbij te maken met een interessant mondiaal proces, waarin raffinage naar de bronnen schuift. De Rotterdamse haven moet daarin een positie kiezen die ook in de toekomst kansen biedt om van deze stromen te profiteren. Hetzelfde geldt voor de overslag van overig nat massagoed. Een groeiend deel hiervan bestaat uit methanol, dat in bepaalde processen al olie vervangt en zelfs uit kan groeien tot de belangrijkste autobrandstof. Doel is om onze positie als het belangrijkste Europese draaipunt voor deze ’producten van de toekomst’, te versterken. Ook voor de containeroverslag blijft dit het Rotterdamse streven.”