Licht en leven
De man Gods, Asaf, had in het voorgaande van deze psalm het kortschijnend geluk van deze wereld voorgesteld, van die haar deel stellen in dit leven. Maar zij die de God van Jakob tot hun deel hebben, konden roemen in de hoop der heerlijkheid. De Heere was aan Israël goed. Daarom wilden zij gedurig bij Hem zijn en alles buiten God verachten en zo in Hem rusten.
Die verre zijn, zullen vergaan en uitgeroeid worden. Maar Gods volk heeft bijzondere voorrechten. Zij leren meer en meer de Heere kennen, Die voor hen niets wil verbergen. „De verborgenheden des Heeren zijn voor die Hem vrezen”, Psalm 25. Voor hen heeft Hij een groot goed weggelegd.Hierdoor hebben zij een heilige vrijmoedigheid en toegang, met een verzekering tot Hem door het geloof. Zij hebben ook een genoegdoening van Jezus Christus, door Wie wij mogen toegaan tot de troon der genade.
De vromen konden elkaar verwarmen. Dr. Taylor werd zeer verkwikt door en opgenomen in het gezelschap van die uitstekende mr. Bradfort, hij achtte zich gelukkig dat hij in zijn boeien en gevangenis dien engel (Bradfort) als gezelschap had. Zo kunnen arme zondige mensen bij anderen hun genade ontsteken. Wat mogen wij dan verwachten als de Heere bij ons is, Die hoge en Heilige God, die het licht en leven zelf is.
James Durham, predikant te Glasgow (”De hemel op aarde”, 1704)
