Vroege winter bedreigt Pakistaans rampgebied
ISLAMABAD (AP) - Een vroeg intredende winter in het noorden van Pakistan bedreigt de voedselbevoorrading van ruim 300.000 mensen die de aardbeving van vorig jaar oktober hebben overleefd. Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) heeft dit maandag gezegd.
De eerste sneeuw is al gevallen in het rampgebied. Het WFP heeft met het oog op het winterweer bijna 10.000 ton noodvoedsel op basiskampen in het gebied opgeslagen, aldus WFP-woordvoerder Amjad Jamal. Ook zijn er vijf helikopters ingezet om noodgoederen en zieken te vervoeren. Maar die maatregelen zijn niet genoeg om de verwachte nood te lenigen van zeker 250.000 mensen in de provincie North West Frontier en 50.000 tot 70.000 mensen in Kasjmir.De aardbeving van 8 oktober 2005, die een momentmagnitude had van 7,6, kostte ruim 80.000 mensen het leven. Ongeveer 3,5 miljoen mensen zijn dakloos geworden. Rond 36.000 mensen verblijven in relatief laaggelegen gebieden in vluchtelingenkampen en krijgen daar WFP-hulp.
De regen en de kou maken hun leven evenwel miserabel. Zo wachten vluchtelingen in het kamp Mera Tanolian, ten noorden van Islamabad, nog altijd op de beloofde stalen platen die door de regering zijn toegezegd om betere onderkomens te bouwen. „Onze tent is oud en gescheurd”, aldus Zulekha Bibi, een moeder van zes kinderen. „Er is een jaar voorbijgegaan en we hebben nog geen voldoende beschutting.”
Uit een onderzoek in opdracht van de VN bleek eind vorige maand dat ruim de helft van de overlevenden in de vluchtelingenkampen niet naar huis terug kan, omdat in hun oude dorpen eenvoudig geen huizen en middelen van bestaan meer zijn. Door de aardbeving werden 600.000 huizen, 6500 scholen en 800 klinieken en ziekenhuizen verwoest, veelal in afgelegen, ontoegankelijke gebieden. Ruim 6000 kilometer weg werd onbegaanbaar.
De Pakistaanse regering schat drie jaar nodig te hebben voor de wederopbouw, maar hulporganisaties spreken van zeker acht jaar. Het WFP begrootte 50 miljoen euro voor de periode van april 2006 tot maart 2008, maar heeft tot dusver slechts 37 procent van dat bedrag ontvangen, aldus Jamal.