Al lange tijd hebben mensenrechtenactivisten felle kritiek op Pakistans oude wetgeving, die in de praktijk vaak bestraffing van slachtoffers van verkrachting mogelijk maakt en tegelijkertijd de daders wettelijke bescherming biedt.De nieuwe wetgeving wordt gesteund door de regering van Musharraf als onderdeel van een campagne die door Islamabad wordt gevoerd om het imago van Pakistan te verbeteren. Het land staat bekend als strengislamitisch bolwerk.

Na het ondertekenen van het wetsvoorstel vrijdag was de nieuwe wetgeving meteen van kracht, meldde de minister van Parlementszaken, Sher Afghan, op de nationale televisie. „Dit is gedaan om de rechten van vrouwen te beschermen”, zo sprak ze.

Oppositieleider Qazi Hussain Ahmed, die aan het hoofd staat van de zes partijen tellende coalitie Verenigd Actieforum (MMA), noemde de wetsverandering een openlijke belediging van de islam en beschuldigde Musharraf ervan buitenlands cultuurgoed binnen te halen in opdracht van de VS en West-Europa. Hij voegde hier tegenover een menigte van demonstranten aan toe dat de nieuwe wet de woede van het volk tegen Musharrafs regerende partij alleen maar zal doen oplaaien, met de parlementsverkiezingen van volgend jaar in het vooruitzicht.

Mensenrechtenorganisaties juichen de invoering van de nieuwe wet toe, maar stellen ook dat de wet niet ver genoeg gaat. De nieuwe wet geeft rechters de keuze om een verkrachtingszaak ofwel volgens het seculiere te behandelen, ofwel onder islamitische wetgeving - op basis van de zogeheten Hudoodverordening. Daarnaast wordt de doodstraf voor gemeenschap buiten het huwelijk afgeschaft en vervangen door een maximale straf van een gevangenisstraf van vijf jaar en een boete van 10.000 roepies (129 euro).

Lokale en internationale druk om de wetgeving te veranderen nam toe na de groepsverkrachting van een vrouw in 2002. De verkrachting was opgelegd als straf aan een vrouw wier 13-jarige broertje een relatie zou hebben met een vrouw uit een hogere kaste.