Binnenland

Slechthorende: Je staat er helemaal buiten

SNEEK - Al meer dan dertig jaar kampt Marten de Rapper (73) met ernstige slechthorendheid. In gezelschap kan hij de gesprekken vaak onmogelijk volgen. „Je staat er helemaal buiten.”

J. Visscher
1 December 2006 20:29Gewijzigd op 14 November 2020 04:19

Nu De Rapper deze laatste kille novemberdag ook nog eens verkouden is, heeft hij zelfs moeite zijn vrouw te verstaan. Op een briefje heeft zij een krabbel gezet over een interview met een journalist.Meestal kunnen De Rapper en zijn vrouw elkaar redelijk volgen. Soms gaat het niet goed. In zijn woonkamer in Sneek vertelt de Fries lachend over zo’n misser. „Ooit maakte mijn vrouw aanstalten om uit haar stoel te komen. Ze was een tijdje daarvoor aan een nieuwe knie geholpen. Ik dacht dat ze zei: „Ik moet een tablet.” Dus ik wilde die tablet voor haar pakken. Ik had haar echter verkeerd verstaan. In werkelijkheid zei ze: „Ik moet naar het toilet.” Er is een hemelsbreed verschil tussen iets horen en iets verstaan. Als je iemand door matglas ziet staan, herken je wel wat van die persoon, maar je ziet niet scherp. Daar kun je mijn handicap mee vergelijken.”

Muziek
Amper veertig jaar was De Rapper toen hij ontdekte dat er iets grondig mis was met zijn gehoor. Dat gebeurde in 1973 tijdens een vakantie op Mallorca. „Mijn vrouw en de kinderen zeiden iets tegen me op het strand. Ik reageerde niet. Later bleek dat mijn gehoor een stuk minder dan normaal was.”

Met behulp van gehoorapparaten wist de Fries op zijn werk tot de VUT te blijven functioneren. Eerst bij Lankhorst Touwenfabriek, later bij de Friesland Bank. „De achteruitgang van mijn gehoor hield gelijke tred met de vooruitgang van de gehoorapparaten. Met kunst- en vliegwerk kon ik aan het werk blijven. Op vergaderingen en congressen zorgde ik ervoor dat ik de sprekers goed kon zien en zo dicht mogelijk in hun buurt zat. Waar mogelijk ging de ringleiding aan.”

Vervelend is dat De Rapper in gezelschap meestal niet kan meepraten. „Je wilt graag meedoen met een gesprek, maar dat lukt niet. Je staat er helemaal buiten. In gezelschap wordt meestal niet gezegd: „We hebben het nu hierover.” Dat heeft tot gevolg dat je denkt: Wat doe ik hier? Je kunt gestrest raken. Nu geniet ik er maar van als mijn kinderen of kleinkinderen plezier hebben tijdens een gesprek.”

Nog pijnlijker vindt de Fries dat hij niet of nauwelijks nog muziek kan beluisteren, terwijl hij een passie heeft voor klassieke muziek. „Ik hoor de grondtonen, maar kan de melodie niet echt verstaan.” In betere tijden zat hij op een shantykoor, waar zeemansliederen ten beste worden gebracht. „Ik heb onder meer in Denemarken opgetreden. Als we zongen, keek ik naar de lippen van de koorleden. Zo kon ik de nummers volgen, maar het was wel inspannend.”

Het kost De Rapper de nodige energie om altijd te moeten letten op de mondbewegingen van zijn gesprekspartner. „Ik zit eigenlijk de hele dag te puzzelen. Het is belangrijk dat anderen langzaam en duidelijk praten. Mijn oudste zoon praat vaak in de vierde versnelling. Ik versta er niks van. Dan vraag ik later aan mijn vrouw: Wat heeft hij gezegd? Ik moet vertalen én antwoord geven. Dat is best vermoeiend. Verjaardagen houden we bij voorkeur dan ook wat vroeger op de dag.” Zo nodig gebruikt de inwoner van Sneek een notitieboekje of de laptop om zijn bedoelingen duidelijk te maken.

Kippenvel
In voorlichtingsbijeenkomsten bindt De Rapper onder meer verpleegkundigen en artsen op het hart geduld te hebben met slechthorenden. „Voel je niet opgelaten als een slechthorende zijn gesprekspartner continu aankijkt, kijk zelf ook de ander aan en praat wat trager. En loop niet half tijdens het gesprek weg.”

De slechthorendheid leidt soms tot komische situaties. „’s Ochtend ben ik meestal als eerste uit bed. Dan heb ik mijn gehoorapparaten nog niet in en is het voor mij dus echt doodstil om me heen. Eens kwam mijn vrouw een stuk vroeger dan gewoonlijk naar beneden. Ik was daar al. Ze tikte me op de schouder. Ik schrok me wild. Het kippenvel vloog over mijn armen. Nog iets anders: Ooit haalde ik een herhalingsrecept op bij de apotheek. Het was druk. Toen ik binnen was, begon mijn gehoorapparaat te piepen. Dat gebeurt wel vaker, bij overgang van koud naar warm bijvoorbeeld. Mensen grepen naar hun mobiele telefoon. Ik vond dat wel grappig. De apothekeres zei: „U piept.” Ik knikte en zei: „Ja, dan kunnen ze me niet kwijtraken.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer