Prins Claus is een van de ongeveer 6000 Nederlanders die dit jaar een pacemaker ingebracht krijgen. Het merendeel van deze patiënten krijgt het apparaat voor het eerst, de rest ondergaat een vervangingsoperatie.

In het algemeen zijn pacemakers bedoeld om ervoor te zorgen dat de frequentie van het hart niet onder een bepaalde waarde komt. Een te lage hartslag kan leiden tot een hartstilstand. Als de hartslag onder de minimale frequentie dreigt te komen, geeft de pacemaker stroomstootjes om het hart te stimuleren.

Een pacemaker is een schijfje van pakweg 6 millimeter dik, 4 centimeter breed en 5 centimeter lang met afgeronde hoeken. Meestal wordt het apparaat onder de huid ter hoogte van het sleutelbeen ingebracht. Het draadje dat de stroom geleidt, gaat via een bloedvat naar het hart.

De sensoren van de pacemaker moeten ervoor zorgen dat de schokjes op het juiste moment gegeven worden. Er is er bijvoorbeeld een voor beweging en een voor ademhaling. Op grond van de informatie die het krijgt van de sensoren, kan het apparaat zelf beslissen wanneer het schokjes geeft. De sensoren moeten voorkomen dat de pacemaker van een hartpatiënt in de trein in de war raakt, omdat een sensor beweging heeft geregistreerd, aldus Slegers.

De pacemaker is gemiddeld eens in de zes jaar aan vervanging toe, omdat de batterijen dan op zijn. Dat is een relatief kleine ingreep aangezien het draadje dat met het hart verbonden is, kan blijven zitten. Het apparaatje wordt losgekoppeld en vervangen.