Acht jaar cel voor Samir A.
AMSTERDAM (ANP) - De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdag de 20-jarige terreurverdachte Samir A. veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. Het rechtscollege verklaarde bewezen dat A. serieuze plannen had voor het plegen van een terroristische aanslag.
Samir A. en de zijnen hebben echter geen terroristische organisatie gevormd. Daarvoor was de structuur van de groep te los en waren de onderlinge contacten te divers en ongeregeld. Het feit dat de rechtbank de verdachten van dit onderdeel van de aanklacht heeft vrijgesproken, scheelde aanzienlijk in de strafmaat.Het openbaar ministerie had ingezet op vijftien jaar tegen zowel A. als medeverdachte Mohammed C. Laatstgenoemde kreeg van de rechtbank vier jaar opgelegd. De rechters schatten zijn rol aanzienlijk kleiner in dan de officieren van justitie Van Dam en Den Hartigh.
De rechtbank veroordeelde Nouredine el F. eveneens tot vier jaar, na een eis van twaalf jaar. Zijn (ex-)vrouw Soumaya S. kreeg drie jaar opgelegd. Tegen haar was tien jaar geëist. Volgens de rechtbank heeft El F. een centrale rol gespeeld bij het voorbereiden van de terreuraanslagen. Ook S. en C. acht de rechtbank schuldig aan het voorbereiden en bevorderen van een terreuraanslag.
El F. werd in maart veroordeeld tot vijf jaar cel wegens zijn rol in het terreurnetwerk van de Hofstadgroep. Hij werd destijds aangehouden met een schietklaar machinepistool - een van de drie vuurwapens die de groep rond A. en El F. volgens de rechtbank met terroristische bedoelingen in hun bezit hadden.
Samir A. en de zijnen hadden het voorzien op landelijk bekende politici, onder wie voormalig VVD-Kamerlid Hirsi Ali en het Kamerlid Wilders, en op het gebouw van de inlichtingendienst AIVD. Eén bewijsstuk hiervoor werd gevormd door een zogeheten videotestament dat Samir A. heeft vervaardigd. Op de band neemt hij afscheid van familie en vrienden en verantwoordt hij zijn aanstaande martelaarsdood. Volgens de rechtbank is gebleken dat Samir A., die in een eerdere vergelijkbare zaak werd vrijgesproken, verder is gegaan „op het pad van terroristische idealen en doelen” en dat hij „de Nederlandse democratie in het hart wil raken.”
De rechtbank bepaalde in het vonnis dat ambtsberichten die de AIVD aan het begin van het onderzoek heeft geleverd, niet als bewijs gebruikt mogen worden, omdat zij onvoldoende door de rechter getoetst kunnen worden.
Ander bewijsmateriaal werd onder meer gevormd door uitvoerige verklaringen van twee beschermde getuigen, die tevens nog verdachte zijn in de zaak rond A., ook bekend als de Piranhazaak. De rechtbank meent dat dit echtpaar als getuige „een sprong naar voren” heeft gemaakt - zij bagatelliseren hun eigen aandeel en blazen dat van de anderen op.
De rechtbank sprak de verdachten nagenoeg geheel vrij van het werven van personen voor de gewapende strijd. Het openbaar ministerie tekent hoger beroep aan. Het OM kan zich er niet mee verenigen dat de rechtbank niet bewezen achtte dat A. en zijn medeverdachten een terroristische organisatie vormden.
Minister van Justitie Hirsch Ballin sprak van „een stevige gevangenisstraf.” Het vonnis laat zien dat mensen die van dit soort misdrijven worden verdacht niet straffeloos kunnen rondlopen, aldus de bewindsman.