Zeker twintig anderen, voornamelijk verpleegsters, raakten gewond. „De zusters kwamen uit een kapel toen iemand met explosieven gooide”, aldus een zegsman.

Drie dagen eerder werden in de plaats Murree zes Pakistani doodgeschoten door gewapende mannen die een christelijke zendingsschool aanvielen. Eerder dit jaar werden in Islamabad bij een granaataanval op een kerk vijf mensen gedood, onder wie de vrouw en dochter van een Amerikaanse diplomaat. In oktober schoten gewapende mannen zestien gelovigen dood in een kerk in Bahawalpur in het zuiden van de Punjab.

De Pakistaanse regering weet de aanslag aan de „vijanden” van de strijd tegen het internationaal terrorisme. Het is de achtste aanslag op christelijke en westerse doelen in Pakistan, sinds dat land zich na de aanslagen van 11 september aansloot bij de internationale alliantie tegen het terrorisme.

Hoewel de daders van de meeste aanslagen nog spoorloos zijn, is hun boodschap duidelijk: in Pakistan is geen christen zijn leven meer zeker. Ook moslims die met christenen of westerse instellingen contact hebben, moeten voor hun leven vrezen. „Deze aanslagen zijn een reactie van militante moslims en de Taliban (de vroegere streng-islamitische heersers in Afghanistan)”, aldus Shahbaz Bhatti, leider van een christelijke organisatie. „Wij betalen voor de strijd tegen het terrorisme van de Verenigde Staten in Afghanistan.”

In Pakistan is 97 procent van de bevolking moslim. Christenen vormen met 1,5 procent een kleine minderheid.