Levenslang voor belegering van Sarajevo
DEN HAAG (ANP) – De Kamer van Beroep van het Joegoslavië–Tribunaal heeft de Bosnisch–Servische generaal Stanislav Galic (63) donderdag veroordeeld tot levenslang wegens oorlogsmisdaden bij de belegering van Sarajevo.
Het is de eerste keer dat het tijdelijke VN–hof, dat sinds 1993 in Den Haag zetelt, een definitieve levenslange celstraf oplegt.De door moslims gedomineerde hoofdstad van Bosnië werd van 1992 tot 1995 belegerd door de Bosnische Serven. Door artilleriebeschietingen, sluipschutters en honger vielen duizenden doden.
Galic was van september 1992 tot augustus 1994 commandant van het Bosnisch–Servische Romanija–Korps dat Sarajevo belegerde. Hij kreeg in 2003 in eerste aanleg twintig jaar cel opgelegd wegens onder meer moord en het terroriseren van de burgerbevolking.
Volgens de Kamer van Beroep was die straf niet passend, gelet op de zwaarte van het misdrijf. Slechts twintig jaar voor Galic was „onredelijk en duidelijk onrechtvaardig", aldus de uitspraak, die werd voorgelezen door president Fausto Pocar van het tribunaal.
Televisiebeelden van het leed van de bevolking van Sarajevo gingen van 1992 tot 1995 vrijwel dagelijks de wereld rond. Verontwaardiging hierover was mede aanleiding voor de oprichting van het Joegoslavië–Tribunaal door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Kamer van Beroep is overigens met de kleinst mogelijke meerderheid van drie van de vijf rechters tot haar beslissing gekomen. Dit blijkt uit ’afwijkende meningen’ die Pocar en oud–president Theodor Meron van het VN–hof bij de schriftelijke motivering van het vonnis hebben gevoegd.
Pocar heeft er moeite mee dat Galic geen mogelijkheid van hoger beroep heeft tegen die nieuwe straf bij een hogere rechter. Daarom vindt de Italiaan dat de zaak naar een nieuwe kamer van eerste aanleg had moeten worden terugverwezen, met mogelijkheid van hoger beroep tegen de nieuwe strafmaat. Pocar herinnert aan het „fundamentele mensenrechtenbeginsel" dat tegen elke veroordeling een hoger beroep mogelijk moet zijn. Dat is vastgelegd in onder meer het Bupo–verdrag, het VN–verdrag over burgerlijke en politieke rechten.
Meron kon „geen verschil van betekenis" ontdekken tussen de zaak–Galic en vergelijkbare zaken als die van de Bosnische Kroaat Dario Kordic, die in eerste aanleg tot 25 jaar cel was veroordeeld. De Kamer van Beroep bevestigde dat vonnis. Meron herinnert eraan dat de rechters in eerste aanleg, die alle getuigen en al het bewijsmateriaal zelf hebben gezien, „het meest vertrouwd zijn" met de zaak. De rechters in hoger beroep moeten volgens hem dan ook „zuinig" zijn bij het verhogen van straffen.