Aids vaker oorzaak van kinderarbeid
KAMPALA - Aids is de directe oorzaak voor 80 procent van de kinderarbeid in veel Afrikaanse landen. Kinderen gaan werken omdat hun ouders aan aids lijden. Dat zeggen hulpverleners van de International Labor Organisation (ILO), op dit moment bijeen in Ethiopië.
Als één ouder of beiden door aids te zwak zijn om op het land te werken of om met een baantje in de stad geld te verdienen, voelen veel kinderen zich gedwongen voor de familie te zorgen. Jongens verdienen vaak geld met handenarbeid. Meisjes vinden vooral werk als hulp in de huishouding of in de prostitutie.De Nederlandse Akky de Kort leidt een project in het Oost-Afrikaanse land Uganda. „Aids betekent voor veel kinderen het einde van hun kindertijd. Niet meer spelen, niet meer naar school, ze moeten werken. Zij krijgen de verantwoordelijkheid voor het gezin. Dat komt doordat er geen goed opvangsysteem meer is. Het is voor veel gezinnen onmogelijk om te zorgen voor nog meer hulpbehoevenden uit de rest van de familie. Daar komt bij dat in Afrika de individualisering groeit, zodat veel mensen meer hun eigen belangen centraal stellen dan het algemene belang van de familie.”
Richard Bamweyana leeft sinds zijn tiende op straat. Iemand beloofde hem werk in de stad, maar toen ze in Kampala aankwamen, liet de man de tienjarige Richard in de steek. Hij ging er vandoor met het kleine beetje geld dat Richard bij elkaar had verdiend met zwaar werk op het land van buren in het dorp. „Ik sliep op straat. Het lukte me niet om geld te verdienen met werk, daardoor kon ik niet terug naar huis.
Ik verdiende geld door spullen te sjouwen. Drie keer per week was er genoeg geld om naar de film te gaan”, vertelt Richard. „Dat was bij iemand thuis. Daar stond een televisie, waarop dvd’s werden vertoond. De entree was 200 shilling (minder dan 10 eurocent, NvdB). Ik keek altijd naar vecht- of seksfilms.”
De 12-jarige Muwonge Mulindwa bivakkeerde slechts één maand op straat. „Mijn vader is vermoord. Toen hadden we niet meer genoeg geld om naar school te gaan. Daarna werd mijn moeder ziek. Op een morgen werd ze niet meer wakker. Mijn broers en zussen zijn na de dood van mijn moeder ergens anders heengegaan. Ik heb ze nooit meer gezien.
Ik kwam bij een tante terecht die in hetzelfde dorp woonde. Ik moest haar helpen met het werk op het land. Ook moest ik vaak buren helpen met het werk. Dan kreeg ik 100 shilling (nog geen 5 eurocent, NvdB) per dag. Als ik thuiskwam, sloeg mijn tante mij vaak met de panga, een groot mes. Op mijn arm kun je de littekens nog zien. Ook kreeg ik weinig te eten, soms helemaal niets, en mocht ik niet naar school.”
Muwonge liep weg. Hij vroeg aan iemand die voorbijkwam of hij mee mocht naar de grote stad. In Kampala werd Muwonge in de steek gelaten. „Ik ging bedelen, want ik had geen geld. Dagelijks kreeg ik ongeveer 500 shilling. Daarvan kocht ik eten. Ik heb één maand op straat geleefd. Toen bracht iemand me naar dit opvangtehuis.”
Richard en Muwonge wonen nu tijdelijk in het jongenshuis van Kinderen in Nood (KIN), een lokaal initiatief in de sloppenwijk Kysenji midden in Kampala. KIN wil straatkinderen re-integreren in de thuissituatie. De Kort: „Ze moeten terug naar de plaats vanwaar ze zijn weggelopen, of dat thuis is of bij een familielid maakt niet uit. Wij willen het oude systeem nieuw leven inblazen. Er is namelijk geen alternatief. Kinderen zijn altijd beter af als zij in een soort thuissituatie kunnen opgroeien, hoe moeilijk dat soms is.”
Volgens De Kort verloopt de re-integratie in veel gevallen redelijk gemakkelijk. Vaker is echter armoede de oorzaak van de ellende in het gezin. „Wij kunnen mensen helpen door hun een klein startkapitaal te geven voor een eigen bedrijfje, zodat ze daarmee zelf een inkomen kunnen genereren. Moeilijker wordt het als er sprake is van structurele mishandeling of verwaarlozing.
Bij kliniekjes kunnen mensen vaak gratis aidsremmers halen. Maar door het algemene taboe op aids weten velen dat niet.”
Op dit moment bezoekt De Kort het ILO-congres over aan aids gerelateerde kinderarbeid. „Er zijn nog maar weinig cijfers bekend over dit verschijnsel. Van collega’s hoor ik dat van alle kinderen die arbeid verrichten, zeker 80 procent werkt vanwege problemen die door aids zijn veroorzaakt. Duidelijk is al wel dat er een sterke relatie bestaat tussen kinderarbeid en aids. Het is van groot belang dat we manieren vinden om daar verandering in te brengen.”
Dit is het vijfde artikel in een serie naar aanleiding van Wereldaidsdag, morgen.