Camera kijkt mee bij chaos op snelweg
AMSTERDAM - Gekantelde vrachtwagens veroorzaken vaak een chaos op de snelweg. Om die sneller te verhelpen zet Rijkswaterstaat camera’s in.
Het was woensdag weer flink raak. Aan het begin van de middag kantelde op de A15 tussen knooppunt Benelux en Pernis een vrachtwagen met palmolie. De wagen vloog in brand. Op de A16 tussen Zonzeel en Zevenbergen kantelde een vrachtwagen met een betonmixer.De opruimwerkzaamheden namen uren in beslag. Rond vijf uur stond op de A15 tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Gorinchem 25 kilometer file. Op de A16 stond het verkeer tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Moerdijk over 15 kilometer vast. De noodzaak om ernstige ongelukken op de snelweg sneller af te handelen, kan niet beter worden geïllustreerd.
Files blijken uit berekeningen 2000 euro per rijstrook per uur per kilometer te kosten. Rijkswaterstaat geeft daarom hoge prioriteit aan het vrijmaken van snelwegen om de doorstroming te herstellen. De wegbeheerder presenteerde gisteren in Amsterdam een nieuw middel in de aanpak van ongevallen.
Verkeersinspecteurs van Rijkswaterstaat zijn tegenwoordig -net als politie en brandweer- binnen vijftien minuten na de eerste melding van een ongeval ter plaatse. De inspecteur moet in de chaos van een ernstig verkeersongeluk de veiligheid van weggebruikers, hulpverleners en zichzelf zien te regelen én tegelijkertijd de verkeerscentrale informeren over de omvang van de calamiteit. Rijkswaterstaat houdt vanuit vijf verkeerscentrales het verkeer in Nederland dag en nacht in de gaten.
In die stress gaat het nog wel eens fout, leggen RWS-projectleider Wim van den Bogaard en RWS-coördinator Wim Holland uit. „Een groot incident levert altijd een heel circus op. De mensen in de centrale moeten uit de beschrijving van de inspecteur maar zien op te maken hoe de situatie er ter plekke uit ziet. Zij krijgen soms een ander beeld dan je zou willen. Zij kunnen niets zien. Op hun scherm staan alleen maar streepjes en blokjes.”
Daardoor ontstaan problemen. „Een inspecteur kan een ”rood kruis” aanvragen voor een wegvak. Door miscommunicatie sluit de centrale echter de verkeerde rijbaan af. Of de centrale krijgt op een gegeven moment de indruk dat een vrachtwagen op z’n kop al is weggesleept, terwijl het wrak in werkelijkheid nog dwars op de weg ligt.”
Camera’s moeten uitkomst bieden. Rijkswaterstaat rust tijdens een proef vier inspectieauto’s in Oost-Nederland uit met geavanceerde mobiele camera’s en beveiligde communicatietechnieken. De uitschuifbare camera’s sturen -vanaf een kleine 3 meter boven het wegdek- rechtstreeks beelden van de plaats van het ongeval naar de verkeerscentrale Noord- en Oost-Nederland. De camera’s zijn vanuit de centrale te bedienen.
„Wij staan met onze auto’s altijd boven op het incident. De centralist kan daardoor in één oogopslag de situatie overzien”, aldus Van den Boogaard. „Bellen wordt overbodig. Een beeld zegt meer dan duizend woorden.”
Met een lichtkrant achter op de dienstauto, de autodrip, informeert de verkeersinspecteur de weggebruikers. „Automobilisten vinden het niet erg om in de file te staan, als ze maar weten waarom. Informatie verstrekken is uiterst belangrijk.”
De vier maanden durende proef kost 45.000 euro. Rijkswaterstaat verwacht dat deze nieuwe werkwijze veel geld en tijd oplevert. En minder frustratie bij weggebruikers, verkeersinspecteurs en centralisten. Als de aanpak slaagt, worden ook andere dienstauto’s van Rijkswaterstaat uitgerust met camera’s.
De projectleider kan niet inschatten hoeveel winst zijn dienst uiteindelijk kan boeken. Alle beetjes helpen. „De weggebruiker gaat het straks merken”, belooft hij. „De weg is eerder vrij.”