De Rotterdammer was betrokken bij de diefstal van drie ringen, een briljant en zes schilderijen van het veilinghuis eind vorig jaar en begin dit jaar. De buit had een waarde van 208.000 euro.

Tegen drie medeverdachten, de 19- en 20-jarige broers S. en M. el M. en de 22-jarige R. S. uit Leiden, eiste de officier van justitie twee jaar celstraf wegens de heling van vijf van de zes schilderijen. Het zesde schilderij is nog spoorloos.

Alle verdachten vonden hun eigen rol ondergeschikt. B. en S. el M. lijken de belangrijkste rol te hebben gehad. B. zette de camera’s uit en stelde het alarm niet in, zodat de spullen gemakkelijk meegenomen konden worden bij Sotheby’s. M. el M. was de spil bij de verkoop van de schilderijen.

Via een derde persoon benaderde hij een Portugees die een koper voor de schilderijen zou weten. De Portugees meende aan de signering PM een Mondriaan te herkennen onder het gestolen goed. „Een Mondriaan moet bij Marokkanen blijven. Ik ben namelijk een kunstliefhebber”, verklaarde hij tegenover de politie. Het ging overigens niet om een Mondriaan.

De Portugees benaderde Sotheby’s voor de schilderijen. De politie moest erbuiten blijven, hij wilde een vindersloon en dan zou het veilinghuis de schilderijen terug kunnen kopen. Een bedrag van 75.000 euro kwam hij overeen.

Tegen de afspraak in seinde Sotheby’s de politie wel in. Bij de overdracht van de schilderijen op een parkeerterrein van een hotel in Leiden, stond een arrestatieteam klaar. De broers El M. en S. werden opgepakt. B.’s betrokkenheid kwam uit onderzoek van de bedrijfsrecherche van Sotheby’s naar voren. M. el M. en S. waren wel bij de deal aanwezig, maar zeggen er niets mee te maken te hebben. S. el M. en B. erkennen hun rol, maar zouden in opdracht van derden handelen: ’grote’ jongens die hen bedreigden. De officier geloofde er weinig van. De rechtbank doet op 22 augustus uitspraak.