De wet heeft bepaald dat hij de uitkomst van die aanvraag in Nederland mag afwachten, zo bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Justitie.Al–J. verblijft sinds medio november in vreemdelingenbewaring, nadat eerder het gerechtshof in Amsterdam had bevolen de man uit voorarrest vrij te laten. Al–J. werd echter meteen in vreemdelingenbewaring genomen, omdat hij illegaal in Nederland verblijft. De Libiër heeft bijna een jaar in voorlopige hechtenis doorgebracht vanwege de verdenking van brandstichting, waardoor in oktober vorig jaar elf illegalen om het leven kwamen.

Het ministerie van Justitie verleende een paar maanden geleden aan 39 overlevenden van de brand een verblijfsvergunning. Al–J. heeft vorige week ook een aanvraag daarvoor ingediend en mag de uitkomst daarvan in Nederland afwachten.

Het gerechtshof in Amsterdam heeft woensdag in een uitspraak overigens nog eens bekrachtigd dat het voorarrest van Al–J. in zijn strafzaak dient te worden opgeheven, aldus Mol. Het hof wil dat de verdachte zich beschikbaar houdt voor het proces en dat de voorwaarden worden verscherpt. Bepaalden de rechters eerder dat Al–J. zich wekelijks bij de politie moest melden, ze menen nu dat hij zich dagelijks moet melden.

Of Al–J. het vervolg van zijn strafzaak ook daadwerkelijk in vrijheid kan afwachten, is nog onduidelijk. De Raad van State buigt zich donderdag over de vreemdelingenbewaring. Tot het hoogste bestuursorgaan uitspraak doet, blijft de Libiër in vreemdelingenbewaring in het detentiecentrum bij vliegveld Rotterdam.

Het kan nog maanden duren voordat de strafzaak tegen de verdachte inhoudelijk wordt behandeld. Het wachten is op uitkomsten van technische onderzoeken. Al–J. bestrijdt dat hij opzettelijk brand heeft gesticht in zijn cel. Volgens hem is sprake van een ongeluk.