Armslag voor NAVO Afghanistan
RIGA - Toezeggingen van lidstaten op de top in Riga hebben de NAVO-operatie in Afghanistan meer armslag gegeven. Er werden weinig concrete toezeggingen gedaan, maar de lidstaten hebben wel intenties uitgesproken.
De 32.800 man sterke NAVO-missie in Afghanistan heeft tot nu toe veel te lijden gehad onder beperkingen die sommige regeringen hun troepen opleggen. Zo laat de Duitse regering niet toe dat haar troepen -vooral gelegerd in Kabul en het relatief rustige noorden- in noodgevallen steun verlenen aan militairen van andere lidstaten. Ook staan sommige lidstaten niet toe dat hun krijgsmacht civiel werk doet. Nederland is met ruim 1700 militairen actief in de zuidelijke provincie Uruzgan.De top begon dinsdag met een werkdiner. Woensdag was het formele gedeelte binnen anderhalf uur afgelopen, veel eerder dan voorzien. „We hebben substantiële voortgang geboekt”, aldus secretaris-generaal De Hoop Scheffer aan het eind van de ochtend. Premier Balkenende sprak van een „top van daadkracht en vastbeslotenheid.”
Voorafgaand aan de top werd op de lidstaten grote druk uitgeoefend hun militaire restricties op te heffen. Diverse regeringsleiders deden toezeggingen hun troepen in Afghanistan niet meer weg te houden van gevaren. „Dit is de duidelijkste demonstratie van NAVO-solidariteit”, aldus De Hoop Scheffer. De vlieguren van Nederlandse F-16’s in de zuidelijke provincie Uruzgan betreffen voor 80 procent hulp aan Britse en Canadese troepen.
Het commando over de NAVO-operatie, de grootste uit de geschiedenis van het bondgenootschap, had ook gevraagd om 2500 man extra troepen. De meest concrete toezegging bleef die van 1000 man uit Polen.
Dinsdag werd het voorstel van de Franse president Chirac overgenomen voor een internationale contactgroep van landen en organisaties om het werk in Afghanistan al bij de ’tekentafel’ af te stemmen. De Hoop Scheffer gaat dit verder uitwerken.
Al lang klinkt binnen de NAVO de klacht dat internationale organisaties als de NAVO, de Verenigde Naties en de Europese Unie op het grondvlak in Afghanistan nauwelijks contact hebben.
Premier Balkenende zei vanochtend te hebben benadrukt dat de operatie in Afghanistan niet alleen militair van aard is. „We moeten opbouwen waar nodig, en vechten waar noodzakelijk.”
NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer noemde de operatie in Afghanistan gisteren een „mission possible” (haalbare missie). In een toespraak voor academici in Riga zei De Hoop Scheffer „eerlijk” te willen zijn over de risico’s, „maar we moeten vermijden onze moeilijkheden te overdramatiseren.”
De NAVO-leiders lieten vanmorgen Servië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro toe tot het Euro-Atlantisch Partnerschap (EAPC), wat kan worden gezien als de eerste ’wachtkamer’ voor de NAVO. Dat was een gevoelige kwestie, omdat Servië gebrekkig samenwerkt met het Joegoslaviëtribunaal. „Vanaf nu wordt die samenwerking gewoon verwacht”, aldus Balkenende. Volgens de premier wordt dit ook getoetst. Nog in 1999 voerde de NAVO een militaire operatie uit tegen Servië.
Het formele deel van de NAVO-top werd vanochtend geopend met een minuut stilte uit respect voor gevallen militairen. Sinds oktober 2001 zijn in Afghanistan binnen de westerse coalitie ruim 450 slachtoffers gevallen. De vier Nederlanders onder hen kwamen om door ongevallen of zelfdoding en niet bij gevechtsacties.
De gastvrouw van de top, de Letse president Vike-Freiberga, plaatste de ontmoeting in haar openingswoord in het licht van de verworven vrijheid. „Door vele jaren van totalitaire overheersing kennen wij de prijs van de vrijheid”, aldus de president, die beurtelings in het Engels en Frans sprak.
Balkenende toonde zich aan het eind van de ochtend tevreden over de bijeenkomst. „Het was top van daadkracht en vastbeslotenheid.”
De Britse premier Tony Blair benadrukte gisteren dat de toekomst van de NAVO staat of valt met het welslagen van de missie in Afghanistan, de grootste operatie vaan de NAVO buiten haar eigen grondgebied. Hij zei dat de NAVO-operatie de troepensterkte en flexibiliteit moet hebben om daarheen te gaan waar de nood het hoogst is.